Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
[bedrijfsnaam] in of omstreeks de periode van 4 maart tot en met 1 oktober 2014 te Nistelrode in de gemeente Bernheze, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, al dan niet opzettelijk, zonder omgevingsvergunning een project heeft uitgevoerd, dat geheel of gedeeltelijk bestond uit het veranderen en/of veranderen van de werking, van een inrichting aan de [adres bedrijf] , zijnde een inrichting als bedoeld in Onderdeel C, Categorie 28.1 en/of 7.4 van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht, in elk geval als bedoeld in bijlage I van dat besluit en/of het - na veranderingen te hebben aangebracht of de werking te hebben veranderd - in werking hebben van die inrichting ten aanzien van die veranderingen en/of die veranderde werking, bestaande die veranderingen en/of die veranderde werking uit de aanleg en/of het in werking hebben van een bassin voor opslag van digestaat en/of percolaat en/of ander (afval)water hebbende hij tot dat/die feit(en) opdracht gegeven en/of feitelijk leiding gegeven aan die verboden gedragingen;
hebbende hij tot dat/die feit(en) opdracht gegeven en/of feitelijk leiding gegegeven aan die verboden gedraging(en);
dat [bedrijfsnaam] en/of [bedrijfsnaam 2] . op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 december 2015 tot en met 17 december 2015 en/of op of omstreeks 28 december 2015 te Nistelrode in de gemeente Bernheze, op een perceel gelegen aan de [adres bedrijf] , tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, op of in de bodem handelingen heeft verricht, te weten het (doen) uitstromen van digestaat en/of percolaat en/of overige verontreinigende stoffen vanuit een silo en/of biovergister over de (onbeschermde) bodem en vervolgens deze aldaar gelaten, terwijl zij wist(en), althans redelijkerwijs had(den) kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kon worden verontreinigd en/of aangetast, en al dan niet opzettelijk niet aan haar/hun verplichting(en) heeft/hebben voldaan alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van haar/hen konden worden gevergd teneinde die verontreiniging en/of aantasting te voorkomen dan wel, terwijl die verontreiniging en/of aantasting zich voordeed, deze en/of de directe gevolgen daarvan te beperken en/of zoveel mogelijk ongedaan te maken, hebbende hij opdracht gegeven tot dat feit en/of feitelijk leiding gegeven aan die verboden gedraging(en);
hij in of omstreeks de periode van 4 december tot en met 17 december 2015 te Nistelrode, gemeente Bernheze, - nadat aan verdachte vanwege de Officier van Justitie van het Functioneel Parket, in deze handelend in het arrondissement Oost-Brabant, ingevolge artikel 28 van de Wet op de economische delicten, als voorlopige maatregel was bevolen zich te onthouden van het doen of laten - (verder) uitstromen of afvloeien van digestaat op of in de bodem en - uitstromen en afvloeien over het terrein of aangrenzende perce(e)l(en) en/of opeervlaktewater(en) van afvalstoffen, digestaat en/of andere schadelijke en/of verontreinigende stoffen
De formele voorvragen.
Bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
De bewezenverklaring.
[bedrijfsnaam] in de periode van 4 maart tot en met 1 oktober 2014 te Nistelrode in de gemeente Bernheze opzettelijk zonder omgevingsvergunning een project heeft uitgevoerd, dat geheel of gedeeltelijk bestond uit het veranderen en/of veranderen van de werking van een inrichting aan de [adres bedrijf] , zijnde een inrichting als bedoeld in Onderdeel C, Categorie 28.1 van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht en het - na veranderingen te hebben aangebracht of de werking te hebben veranderd - in werking hebben van die inrichting ten aanzien van die veranderingen en/of die veranderde werking, bestaande die veranderingen en/of die veranderde werking uit de aanleg en/of het in werking hebben van een bassin voor opslag van afvalwater hebbende hij feitelijk leiding gegeven aan die verboden gedragingen;
[bedrijfsnaam] en [bedrijfsnaam 2] . in de periode van 2 december 2015 tot en met 17 december 2015 en op 28 december 2015 te Nistelrode in de gemeente Bernheze op een perceel gelegen aan de [adres bedrijf] tezamen en in vereniging op de bodem handelingen hebben verricht, te weten het (doen) uitstromen van digestaat of overige verontreinigende stoffen vanuit een biovergister over de onbeschermde bodem en vervolgens deze aldaar gelaten, terwijl zij wisten dat door die handelingen de bodem kon worden verontreinigd en/of aangetast, en opzettelijk niet aan hun verplichting hebben voldaan alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hen konden worden gevergd teneinde die verontreiniging en/of aantasting te voorkomen dan wel, terwijl die verontreiniging en/of aantasting zich voordeed, deze en/of de directe gevolgen daarvan te beperken en/of zoveel mogelijk ongedaan te maken, hebbende hij feitelijk leiding gegeven aan die verboden gedragingen;
hij in de periode van 4 december tot en met 17 december 2015 te Nistelrode, gemeente Bernheze, - nadat aan verdachte vanwege de Officier van Justitie van het Functioneel Parket, in deze handelend in het arrondissement Oost-Brabant, ingevolge artikel 28 van de Wet op de economische delicten, als voorlopige maatregel was bevolen zich te onthouden van het doen of laten - (verder) uitstromen of afvloeien van digestaat op of in de bodem en - uitstromen en afvloeien over het terrein of aangrenzende perce(e)l(en) en/of oppervlaktewater(en) van afvalstoffen, digestaat en/of andere schadelijke en/of verontreinigende stoffen
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van verdachte.
De vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
12 maandenwaarvan
6 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren;
niet-ontvankelijk;