In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 23 februari 2017, staat de vraag centraal of twee kadastrale percelen als één perceel kunnen worden beschouwd. Dit is van belang omdat de gemeente de verzoekster, Dutch Pet Farm B.V., heeft gelast om bouwwerken te verwijderen die te dicht bij de perceelsgrens zouden liggen. De verzoekster stelt dat de percelen juridisch onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, terwijl de gemeente en de voorzieningenrechter van mening zijn dat er feitelijk geen samenhang is tussen de percelen. De voorzieningenrechter concludeert dat, ondanks de juridische band, de feitelijke scheiding tussen de percelen prevaleert. Dit leidt tot de conclusie dat de bouwwerken inderdaad te dicht bij de perceelgrens liggen en dat de verzoekster moet voldoen aan de opgelegde last onder dwangsom. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de feitelijke situatie boven de juridische verbondenheid in het bestuursrecht.