Uitspraak
1.[gedaagde sub 1]
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 januari 2018 met producties;
- de namens [gedaagde sub 1] op 15 januari, 16 januari en 17 januari 2018 in het geding gebrachte producties, waaronder een USB-stick met audio fragmenten;
- de namens [eiser] op 16 januari en 17 januari 2018 in het geding gebrachte aanvullende producties;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 18 januari 2018 mede inhoudende de pleitnotitie van de gemachtigde van [gedaagde sub 1] ;
- het aan [gedaagde sub 2] verleende verstek.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
deejay(mw [naam moeder DJ] ), die [gedaagde sub 1] ter onderbouwing van haar verweer in het geding heeft gebracht, overweegt de kantonrechter het volgende. [naam werkneemster] bevestigt dat mevrouw [gedaagde sub 1] de verhuurder elke week geld in een enveloppe heeft gegeven. Niet is aangegeven in welke periode dit is gebeurd en evenmin is duidelijk welke verplichting(en) daarmee voldaan zijn. Uit de verklaring van [naam moeder DJ] dat [gedaagde sub 1] elke week een bon kreeg van [eiser] , die zij dan gelijk ging betalen, volgt dat de door [naam moeder DJ] gestelde waarneming betrekking heeft op de periode 2016 en 2017.
evenredigehuurprijsvermindering. Uit de wet vloeit voort dat [gedaagde sub 1] niet eigenmachtig bedragen mag inhouden op de huur. Daargelaten de vraag of [gedaagde sub 1] het recht heeft om betaling van een deel van de huur om de genoemde reden langdurig op te schorten, moet bij beoordeling van de kans dat er in een bodemprocedure een ontbinding van de huurovereenkomst zal worden uitgesproken, een mogelijk recht op evenredige huurprijsvermindering mede in ogenschouw worden genomen.