Op 11 januari 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de sloop van de St-Petrus’ Bandenkerk in Son en Breugel. Verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om de aanstaande sloop van de kerk te stoppen. De voorzieningenrechter verklaarde zich onbevoegd om te beslissen op de verzoeken van twee verzoekers en wees het verzoek van de derde verzoeker af, wat betekent dat de sloop van de kerk door kan gaan.
De zaak begon toen de Parochie Heilige Oda op 21 april 2017 melding maakte van de voorgenomen sloop van de kerk. Het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel accepteerde deze melding, maar aan de melding waren nadere voorschriften verbonden. Gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant hebben op 19 juni 2017 de aanvraag voor ontheffing van de Wet natuurbescherming afgewezen. Verzoeker 3 maakte bezwaar tegen de beslissing van de gemeenteraad, terwijl verzoekers 1 en 2 geen bezwaar maakten tegen de eerdere beslissingen.
Tijdens de zitting op 11 januari 2018 zijn verzoekers 1 en 3 verschenen, terwijl verzoekster 2 werd vertegenwoordigd door haar gemachtigden. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekers 1 en 2 geen bezwaar hadden gemaakt tegen de beslissingen van het college of de raad, waardoor hij niet bevoegd was om op hun verzoeken te oordelen. Verzoeker 3 had wel bezwaar gemaakt, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeentelijke begroting geen besluit was met publiekrechtelijke rechtsgevolgen, waardoor ook zijn verzoek werd afgewezen.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de sloop van de kerk kan doorgaan, aangezien de acceptatie van de sloopmelding geen besluit is en de kerk niet als monument is aangemerkt. De uitspraak werd gedaan door mr. M.J.H.M. Verhoeven, in aanwezigheid van griffier A.J.H. van der Donk, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.