Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagde conventie/eiseres reconventie] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 september 2016;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 8 maart 2017.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 9 mei 2018 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen twee partijen, die in een echtscheiding verwikkeld zijn. De rechtbank heeft zich gebogen over de verdeling van de voormalige echtelijke woning en de financiële verplichtingen tussen de partijen. De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J.M. Mertens, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde in conventie, die ook als eiseres in reconventie optreedt, en de besloten vennootschap ALVI Beheer B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. E.L.H. Ketelings.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen het eens zijn over de mogelijkheid voor de eiseres om de woning over te nemen tegen de getaxeerde waarde van € 200.000,-. Indien dit niet lukt, zal de gedaagde de kans krijgen om de woning over te nemen. De rechtbank heeft ook geoordeeld over de eigenaarslasten van de woning, gebruiksvergoeding, en de verdeling van de banksaldi. De rechtbank heeft bepaald dat de gedaagde aan de eiseres een bedrag van € 1.601,12 moet betalen in verband met de banksaldi en dat de gedaagde ook een bedrag van € 2.800,00 aan de eiseres moet voldoen ter zake van de auto’s.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld over de aandelen in ALVI Beheer B.V., de inboedel, en diverse verrekenposten. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is een belangrijke stap in de afhandeling van de financiële geschillen tussen de partijen na hun echtscheiding.