ECLI:NL:RBOBR:2018:3084
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.J. de Lange
- M.J.H.M. Verhoeven
- C.N. van de Sluis
- J.F.M. Emons
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen tegen ambtshalve wijziging van omgevingsvergunningen milieu
Op 29 mei 2018 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaken SHE 17/3480 en SHE 18/222, waarbij de rechtbank de beroepen van Keizersberg Diervoeders Elsendorp B.V. tegen besluiten tot ambtshalve wijziging van twee omgevingsvergunningen milieu niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank oordeelde dat het pro forma beroepschrift van 21 december 2017, dat door eiseres was ingediend tegen het eerste besluit, niet ook betrekking had op het tweede besluit. Eiseres had niet overtuigend aangetoond dat er een omissie was in de indiening van het beroepschrift, en de Algemene wet bestuursrecht biedt geen mogelijkheid om deze omissie binnen de termijn voor het indienen van gronden te herstellen.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres in beide zaken geen zienswijzen naar voren heeft gebracht, omdat de ontwerpbesluiten haar niet zouden hebben bereikt. Verweerder heeft echter bewijs geleverd dat de ontwerpbesluiten op 14 september 2017 aan eiseres zijn verzonden. De rechtbank oordeelde dat verweerder hiermee aannemelijk heeft gemaakt dat de ontwerpbesluiten tijdig zijn verzonden, en dat eiseres geen verontschuldigbare reden heeft gegeven voor het niet indienen van zienswijzen. Hierdoor kon eiseres geen beroep instellen tegen de bestreden besluiten, conform artikel 6:13 van de Awb.
De rechtbank heeft de beroepen op grond van deze overwegingen niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.