2.3.[gedaagde] is op 1 maart 2013 bij JET BIK in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van één jaar in de functie van ‘Rayonmanager lichtstraten’. In de arbeidsovereenkomst is in artikel 7 een geheimhoudingsbeding en een concurrentiebeding opgenomen:
a. Werknemer erkent, dat hem door werkgever geheimhouding is opgelegd ten aanzien van alle bijzonderheden betreffende of verbandhoudende met de onderneming van werkgever. Onder deze door werkgever aan werknemer opgelegde geheimhouding valt onder meer alle informatie – waaronder van technische, financiële of commerciële aard – die werknemer tijdens het dienstverband ter kennis komt over de bedrijfsvoering, de ontwikkeling van producten alsmede de zakelijke betrekkingen tussen de onderneming van werkgever en haar relaties. Onder relaties worden in dit verband zowel klanten als leveranciers van werkgever verstaan.
Het is werknemer uitdrukkelijk verboden, hetzij gedurende het dienstverband, hetzij na beëindiging hiervan, enigerlei informatie in welke vorm dan ook aan derden te verstrekken of te onthullen inzake bijzonderheden betreffende of verbandhoudende met de onderneming waarvan werkgever geheimhouding heeft opgelegd en/of waarvan werkgever het vertrouwelijke karakter heeft aangegeven en/of waarvan werknemer de vertrouwelijkheid redelijkerwijs had kunnen of behoren te begrijpen.
Onder “onderneming” in de zin van dit artikel wordt tevens verstaan elke met de onderneming van werkgever gelieerde onderneming.”
a. Tenzij werkgever werknemer daartoe voorafgaand schriftelijke toestemming heeft verleend, is het werknemer verboden, omdat gedurende een periode van 12 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst, zelfs in enigerlei vorm een onderneming, gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan de onderneming van werkgever – of aan een met werkgever gelieerde onderneming – te drijven, mede te drijven, te doen of te laten drijven, hetzij direct, hetzij indirect alsook financieel in welke vorm dan ook bij een dergelijke onderneming belang te hebben. Gedurende deze periode van 12 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst is het werknemer eveneens, hetzij direct, hetzij indirect, in of voor een onderneming, gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan de onderneming van werkgever – of aan een met werkgever gelieerde onderneming –, op enigerlei wijze werkzaam te zijn, tegen vergoeding of om niet, hetzij om daarin aandeel van welke aard ook te hebben. Het verbod beperkt zich tot een gelijk, gelijksoortige of aanverwante onderneming aan de onderneming van werkgever – of aan een met werkgever gelieerde onderneming – die gevestigd is in Europa dan wel activiteiten ontplooit binnen Europa.
Bij overtreding van het onder a. van dit artikel opgenomen verbod is werknemer ten behoeve van werkgever een direct opeisbare boete verschuldigd van € 10.000,-- boete per overtreding en € 1.000,-- boete voor iedere dag, dat de overtreding voortduurt. De boete zal verschuldigd zijn door het enkele feit der overtreding, maar laat onverminderd het recht van werkgever nakoming van het verbod te verlangen en laat onverminderd het recht van werkgever naast de boete een volledige schadevergoeding ter zake de overtreding en/of niet nakoming te vorderen.”