Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 augustus 2018 met 14 producties
- de brief van 31 augustus 2018 van de zijde van Pneuropa met producties 1 t/m 9
- de brief van 31 augustus 2018 van de zijde van ATIH met producties 15 t/m 18
- de brief van 31 augustus 2018 van de zijde van ATIH met productie 19
- de mondelinge behandeling die plaats vond op 4 september 2018
- de pleitnota van ATIH
- de pleitnota van Pneuropa
- de zaak is aangehouden tot 7 september 2018 teneinde te bezien of partijen een minnelijke regeling konden treffen. Dit is niet gelukt. Mr. Dekker en mr. Liebregts hebben beide afzonderlijk bij brief van 7 september 2018 aan de voorzieningenrechter laten weten dat partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen en hebben gevraagd vonnis te wijzen.
2.De feiten
de crediteur(ATIH,
vrzr) ter voldoening van de koopsom ad € 2.800.000,- (de koopsom voor een aan ACOG toebehorend bedrijfspand,
vrzr) heeft overgenomen van
de debiteur(ACOG,
vrzr) de openstaande schuld van
de debiteurbij de Rabobank Eindhoven-Veldhoven, (…);
de crediteur, zijnde All Tyre International B.V., heeft aan de moedervennootschap van
de debiteur, zijnde Pneuropa B.V., zodat per saldo een schuld van
de debiteuraan
de crediteurontstaat van € 1.672.500,- (…);
de debiteuris omgezet in een lening, schriftelijk vast te leggen;
de debiteuraan
de crediteureen rente verschuldigd zijn, welke rente voor de periode vanaf datum van het ontstaan van de schuld tot 1 januari 2017, 3,5% per jaar bedraagt. De rente zal moeten worden betaald per zes maanden (…)
de debiteurverschuldigde is terstond en zonder opzegging, ingebrekestelling of andere formaliteit opeisbaar in de volgende gevallen:
de debiteurnalatig is in de nakoming van, of in strijd handelt met een bepaling van deze akte.
3.Het geschil
4.De beoordeling
980,00