ECLI:NL:RBOBR:2018:460

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
2 februari 2018
Publicatiedatum
1 februari 2018
Zaaknummer
01/879620-16
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van woningoverval met geweld

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 1989 en wonende te [woonplaats], heeft de rechtbank Oost-Brabant op 2 februari 2018 uitspraak gedaan. De verdachte was aangeklaagd voor diefstal met geweld en afpersing, gepleegd op 12 mei 2009 te Schaijk. De tenlastelegging omvatte het wegnemen van telefoons, een camera en computers/laptops, waarbij geweld en bedreiging met geweld tegen de slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zou zijn gebruikt. De rechtbank heeft de zaak behandeld op basis van de onderzoeken tijdens de zittingen op 12 april 2017 en 19 januari 2018.

De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde. De verdediging heeft eveneens vrijspraak bepleit. Getuigenverklaringen die de verdachte belastten, werden weersproken door medeverdachte [medeverdachte], die verklaarde dat de verdachte niet bij de overval betrokken was. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde en de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, aangezien deze al op 2 maart 2017 was geschorst. Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank Oost-Brabant.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht
Parketnummer: 01/879620-16
Datum uitspraak: 02 februari 2018
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1989] ,
wonende te [woonplaats] , van [adres] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van de onderzoeken ter terechtzitting van 12 april 2017 en 19 januari 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 17 maart 2017.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 12 mei 2009 te Schaijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) dan verdachte, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één of meerdere telefoons en/of een camera en/of één of meerdere computers/laptops, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
hij op of omstreeks 12 mei 2009 te Schaijk, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) dan verdachte met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van één of meerdere telefoons en/of een camera en/of één of meerdere computers/laptops, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s), één of meer vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben getoond en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gehouden en/of op het hoofd gedrukt van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] naar de grond heeft/hebben gebracht en/of (vervolgens) vastgebonden en/of geslagen en/of getrapt en/of (vervolgens/daarbij) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd : "geld, geld, er moet geld liggen" en/of "ik ga je vermoorden"
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of één of meer andere personen
op of omstreeks 12 mei 2009 te Schaijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen één of meerdere telefoons en/of een camera en/of één of meerdere computers/laptops, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of die één of meer andere personen en/of verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
op of omstreeks 12 mei 2009 te Schaijk, tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van één of meerdere telefoons en/of een camera en/of één of meerdere computers/laptops, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of die één of meer andere personen en/of verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte] en/of één of meer andere personen, één of meer vuurwapens, althans (een) op (een) vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben getoond en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gehouden en/of op het hoofd gedrukt van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] naar de grond heeft/hebben gebracht en/of (vervolgens) vastgebonden en/of geslagen en/of getrapt en/of (vervolgens/daarbij) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd : "geld, geld, er moet geld liggen" en/of "ik ga je vermoorden"
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op of omstreeks 12 mei 2009 te Schaijk, gemeente Landerd, en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door op de uitkijk te staan en/of die [medeverdachte] en/of één of meer andere personen te vervoeren;

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Het standpunt van de officier van justitie.

De officier van justitie vordert vrijspraak voor zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

Het standpunt van de verdediging.

De raadsvrouwe van verdachte heeft vrijspraak bepleit.

Vrijspraak ten aanzien van primair en subsidiair.

De [getuige 1] en [getuige 2] hebben verklaard dat zij van [medeverdachte] hebben gehoord dat verdachte de bestuurder was van de auto waarmee de verdachten naar de plaats van het delict zijn gegaan.
Deze voor verdachte belastende getuigenverklaringen worden echter weersproken door [medeverdachte] . [medeverdachte] heeft betwist dat hij dit tegen [getuige 1] of [getuige 2] zou hebben gezegd en heeft verklaard dat verdachte niet bij deze overval betrokken was.
[medeverdachte] heeft voorts verklaard dat hij op de dag van de overval de smartphone van verdachte had geleend, omdat deze smartphone was voorzien van navigatiesoftware en dat hij tijdens de overval een SMS heeft verzonden met deze smartphone. Dit kan verklaren dat de smartphone van verdachte ten tijde van de overval heeft aangestraald op een zendmast in de omgeving van de plaats van het delict.
De rechtbank acht, met de officier van justitie en de verdediging, niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

De vorderingen van de benadeelde partijen.

Nu verdachte van het hem primair en subsidiair ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken, dienen de benadeelde partijen in hun vordering niet ontvankelijk te worden verklaard.
De benadeelde partijen zullen worden verwezen in de kosten door de verdachte in deze strafzaak gemaakt als na te melden.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:

Verklaart het primair en het subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 1] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 2] in de vordering.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van de verdachte tot op heden begroot op nihil.
Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden. Deze voorlopige hechtenis is op 2 maart 2017 reeds geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M. Kooijmans-de Kort, voorzitter,
mr. J.H.L.M. Snijders en mr. J.J.A. Donkersloot, leden,
in tegenwoordigheid van M.J.H. Rijnbeek, griffier,
en is uitgesproken op 2 februari 2018.