Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 25 april 2018
- het proces-verbaal van comparitie van 25 september 2018.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
2.148,00(2,0 punten × tarief € 1.074,00)
Rechtbank Oost-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, heeft de eiseres, Merlijn B.V., een vordering ingesteld tegen twee gedaagden, waaronder een natuurlijke persoon en de besloten vennootschap Synergia B.V. De zaak betreft de vraag of er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen partijen en of er sprake is van tekortkomingen in de uitvoering van die overeenkomst. Merlijn vordert onder andere een schadevergoeding van € 70.000,00 als voorschot, alsook verklaringen voor recht met betrekking tot de schadeplichtigheid van de gedaagden. De procedure is gestart na een tussenvonnis en een comparitie van partijen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen schriftelijke overeenkomst is die de samenwerking tussen Merlijn en de gedaagden vastlegt, en dat de gedaagden niet tekort zijn geschoten in hun verplichtingen. De rechtbank heeft geoordeeld dat Merlijn geen aanspraak kan maken op schadevergoeding, omdat er geen sprake is van een tekortkoming of onrechtmatige daad van de gedaagden. De vorderingen van Merlijn zijn dan ook afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die zijn begroot op € 3.043,00. Het vonnis is uitgesproken op 7 november 2018.