Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 oktober 2018 met 16 producties
- de conclusie van antwoord van [gedaagde] met producties
- de mondelinge behandeling op 8 november 2018
- de pleitnota van de Stichting.
2.De feiten
Partijen nemen het volgende in aanmerking:
De Onroerende Zaak staat ten tijde van het sluiten van de Overeenkomst leeg (al dan niet in afwachting van verkoop, verhuur, renovatie, sloop dan wel enige andere ontwikkeling);
Artikel 1
De (energie)leveranties ten behoeve van de verwarming van de Onroerende Zaak;
De levering van elektriciteit, gas en water voor het verbruik in de Onroerende Zaak
De voldoening van de belastingen
24-uurs bereikbaarheidsdienst;
In het kader van toezicht en veiligheid bij het gebruik van de Onroerende Zaak onder meer:
Het verzorgen van de administratie/incasso betreffende het uitvoeren van de Overeenkomst;
Verzorgen van huisvuilcontainers;
Verzorgen douchevoorzieningen;
Acquisitiewerkzaamheden
Communicatie opdrachtgever en bruikleners.
3.Het geschil
4.De beoordeling
24-uurs bereikbaarheidsdienst, administratieve afhandelingen, toezicht van het pand, waarbij ook onderhoud van het pand is begrepen, acquisitiewerkzaamheden en communicatie opdrachtgever en bruikleners”.Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan ten aanzien van deze bij [gedaagde] in rekening gebrachte servicekosten niet zonder meer worden aangenomen dat deze betrekking hebben op onkosten voor het gebruik van de ruimte in de onroerende zaak. Gelet op de hoogte van de vergoeding en gelet op de inhoud van de door de vastgoedbeheerder te verrichten werkzaamheden (voor een groot deel ten behoeve van de Stichting of de eigenaar van de onroerende zaak) is aannemelijk dat de vergoeding niet enkel betrekking heeft op de reëel gemaakte kosten voor het gebruik van de woning maar een deel hiervan betrekking heeft op een tegenprestatie in ruil voor de woning.
980,00