ECLI:NL:RBOBR:2018:6124

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
10 december 2018
Publicatiedatum
11 december 2018
Zaaknummer
C/01/339629 / KG ZA 18-623
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortgezet gebruik huurwoning na verbreken relatie en belangenafweging

In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, gaat het om het voortgezet gebruik van een huurwoning na het verbreken van een affectieve relatie tussen [eiser sub 2] en [naam onder bewindgestelde]. De partijen, Stichting Balanz Bewindvoering en Budgetbeheer als eiseres en de besloten vennootschap Reeling Bewindvoerders 's-Hertogenbosch B.V. als gedaagde, zijn verwikkeld in een geschil over het recht om in de huurwoning te blijven wonen. De voorzieningenrechter heeft op 10 december 2018 uitspraak gedaan na een mondelinge behandeling op 22 november 2018, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.

De feiten van de zaak zijn als volgt: [eiser sub 2] en [naam onder bewindgestelde] hebben sinds augustus 2015 een relatie en huurden samen een woning. Na het beëindigen van hun relatie heeft [eiser sub 2] de bewindvoerder van [naam onder bewindgestelde] verzocht de woning te verlaten, maar deze heeft hieraan geen gehoor gegeven. [eiser sub 2] heeft een urgentieverklaring voor een andere woning, maar kan vanwege persoonlijke omstandigheden niet snel een nieuwe woning vinden. De bewindvoerder heeft in reconventie gevorderd dat [naam onder bewindgestelde] het exclusieve gebruik van de woning krijgt.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de situatie in de woning onhoudbaar is en dat er een belangenafweging moet plaatsvinden. Uiteindelijk is besloten dat het belang van [naam onder bewindgestelde] zwaarder weegt, en zij krijgt het recht tot exclusief gebruik van de woning. [eiser sub 2] krijgt veertien dagen de tijd om de woning te verlaten. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/339629 / KG ZA 18-623
Vonnis in kort geding van 10 december 2018
in de zaak van
1. de stichting
STICHTING BALANZ BEWINDVOERING EN BUDGETBEHEER, in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[eiser sub 2] ,
gevestigd te Oss,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
2.
[eiser sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
advocaat mr. K. Steenbergen-van Straten te Heesch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REELING BEWINDVOERDERS 'S-HERTOGENBOSCH B.V., in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[naam onder bewindgestelde] ,
gevestigd te Rosmalen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.W. van der Heijden te Vught.
Partijen zullen hierna [eisers] en de bewindvoerder genoemd worden. Waar nodig worden eisers afzonderlijk Stichting Balanz en [eiser sub 2] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 9 november 2018 met 11 producties
  • de brief van mr. Van der Heijden van 20 november 2018 met 10 producties en een eis in reconventie
  • de mondelinge behandeling op 22 november 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser sub 2] en [naam onder bewindgestelde] hebben vanaf augustus 2015 een affectieve relatie gehad. Zij woonden samen in de door [naam onder bewindgestelde] gehuurde woning aan de [adres] . [eiser sub 2] verbleef tot dat moment, sinds de breuk met zijn ex-vrouw, op een camping.
2.2.
[eiser sub 2] heeft twee, thans nog minderjarige, kinderen, uit een vorig huwelijk. Tussen [eiser sub 2] en zijn kinderen geldt een omgangsregeling, die moeizaam verloopt.
2.3.
Op 29 augustus 2016 is aan [eiser sub 2] door de urgentiecommissie urgentie toegekend voor een woonruimte van Brabant Wonen. Op basis van die urgentie huren [eiser sub 2] en [naam onder bewindgestelde] met ingang van 7 november 2016 de woning aan de [adres] (hierna te noemen: de woning) van Stichting Brabant Wonen. De maandelijkse huur bedraagt (laatstelijk) € 590,79.
2.4.
De relatie tussen [eiser sub 2] en [naam onder bewindgestelde] is inmiddels geëindigd. Bij brief van 19 september 2018 heeft de advocaat van [eiser sub 2] [naam onder bewindgestelde] gesommeerd de woning te verlaten en het huurrecht van de woning aan [eiser sub 2] te doen toekomen.
2.5.
[naam onder bewindgestelde] heeft hieraan niet voldaan.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eisers] vorderen samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad de bewindvoerder te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning aan de [adres] te verlaten en deze, alsmede de zich daarin bevindende inboedel, ter vrije beschikking van [eiser sub 2] te stellen en de woning zonder toestemming van [eiser sub 2] niet meer te betreden, zonodig door middel van de sterke arm van politie en justitie, althans een in goede justitie te bepalen beslissing, met veroordeling van de bewindvoerder in de kosten van de procedure.
3.2.
[eisers] leggen daaraan het volgende ten grondslag. [eiser sub 2] en [naam onder bewindgestelde] wonen in de woning op basis van een aan [eiser sub 2] toegekende urgentieverklaring. [eiser sub 2] heeft belang bij het voortgezet gebruik van de woning in verband met het kunnen ontvangen van zijn kinderen. Hij staat slechts kort ingeschreven bij de woningbouwverenigingen dus het is voor hem moeilijk op korte termijn een andere huurwoning te krijgen. Hij kan geen beroep doen op familie en vrienden, omdat deze allemaal woonachtig zijn in Vught, terwijl aan [eiser sub 2] een contactverbod is opgelegd ten aanzien van zijn ex-vrouw, die in Vught woont. [eiser sub 2] kan dus nergens terecht, terwijl [naam onder bewindgestelde] wel op een ander adres terecht kan.
3.3.
De bewindvoerder voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
De bewindvoerder vordert samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
te bepalen dat [naam onder bewindgestelde] vanaf de vierde dag na betekening van het vonnis gerechtigd is tot het voortgezet en exclusief gebruik van de woning, aan de [adres] ,
Stichting Balanz te veroordelen om de woning met aanhorigheden aan de [adres] , voor zover het [eiser sub 2] betreft, met al het zijne en de zijnen te ontruimen en te verlaten onder afgifte van de sleutels aan de bewindvoerder, binnen drie dagen na de betekening van het vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
met veroordeling van Stichting Balanz in de kosten van deze procedure.
4.2.
De bewindvoerder legt hieraan het volgende ten grondslag. [naam onder bewindgestelde] heeft geen, althans zeer weinig kans op het vinden van vervangende woonruimte. [naam onder bewindgestelde] heeft geen goede verstandhouding met haar moeder en met haar kinderen en kan dus bij hen niet terecht voor onderdak. [eiser sub 2] kan echter wel bij zijn moeder verblijven, die beschikt over een riante twee-onder-een-kapwoning in Vught. [naam onder bewindgestelde] staat pas twee maanden ingeschreven als woningzoekende bij Brabant Wonen en pas sinds een jaar bij Mooiland. Daarnaast beschikt [eiser sub 2] over meer financiële middelen dan [naam onder bewindgestelde] en beschikt hij over een auto, zodat het voor hem makkelijker is uit zijn woonomgeving te moeten vertrekken.
4.3.
Stichting Balanz voert verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.
Gelet op de onderlinge samenhang zullen de vorderingen in conventie en in reconventie gezamenlijk worden behandeld.
5.2.
Niet in geschil is dat de situatie in de woning onhoudbaar is en dat aan die situatie op korte termijn een einde dient te komen. Beide partijen zijn huurders van de woning. Aan de orde is derhalve de vraag wie van partijen jegens de ander voorlopig het recht heeft om in de woning te wonen. Daarbij komt het aan op een afweging van de wederzijdse belangen.
5.3.
Beide partijen hebben op zichzelf begrijpelijke argumenten aangevoerd waarom zij in de woning zouden moeten blijven wonen. Partijen hechten allebei aan voortdurend verblijf in de woning en aan de omgeving waarin deze woning staat. Voor beide partijen geldt natuurlijk ook dat zij behoefte hebben aan een behoorlijk dak boven hun hoofd.
5.4.
Aan de door beide partijen ingenomen stellingen dat steeds de wederpartij bij zijn/haar ouder kan gaan wonen, komt in het voorliggende geschil geen doorslaggevende betekenis toe. Aan beide zijden is gesteld dat het inwonen forse praktische problemen op zal leveren en in dit kort geding is geen plaats voor nader onderzoek naar de juistheid van deze stellingen. Ter zitting is wel duidelijk geworden dat partijen tot nu toe zelf in deze aangelegenheid een beperkt probleemoplossend vermogen hebben gehad en dat hun sociale omgeving beperkte mogelijkheden heeft om hen te helpen. Dan moet de rechter het dus bepalen en het enig echte goede antwoord in een zaak als deze is niet te geven.
5.5.
Bij een afweging van alle betrokken belangen komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat het belang van [naam onder bewindgestelde] in casu de doorslag moet geven. [eiser sub 2] heeft niet weersproken dat hij en [naam onder bewindgestelde] voordat zij de woning aan de [adres] gingen huren, hebben samengewoond in de huurwoning van [naam onder bewindgestelde] aan de [adres] . [eiser sub 2] heeft voorts ter zitting verklaard dat hij vanwege de agressie van zijn ex-vrouw (onder meer over de omgang met zijn kinderen) genoodzaakt was om een urgentieverklaring te vragen voor een andere woning. Op basis van deze urgentieverklaring hebben partijen de woning aan de [adres] gehuurd. In de omstandigheid dat [naam onder bewindgestelde] , vanwege omstandigheden gelegen in de privésfeer van [eiser sub 2] , de huur van haar woning in Vught heeft opgezegd, ziet de voorzieningenrechter thans aanleiding te bepalen dat zij voorlopig jegens [eiser sub 2] gerechtigd is tot het exclusief gebruik van de woning.
5.6.
Aan het argument van [eiser sub 2] dat hij over de woning dient te beschikken om zijn kinderen te kunnen ontvangen in het kader van een omgangsregeling komt daarbij geen doorslaggevende betekenis toe. [eiser sub 2] heeft onvoldoende weersproken dat van een structurele omgangsregeling tussen hem en zijn kinderen thans geen sprake is. Bovendien valt niet in te zien dat [eiser sub 2] geen omgang zou kunnen hebben met zijn kinderen in een andere woonsituatie of op een locatie elders. Dat betekent dat de vorderingen in conventie worden afgewezen en in reconventie worden toegewezen als hieronder te melden.
5.7.
Hoezeer het ook wenselijk is dat [eiser sub 2] nu snel uit de woning vertrekt, zal de termijn die hem zal worden gegund iets langer zijn dan de vier dagen zoals gevorderd. Aan [eiser sub 2] zal een termijn van veertien dagen worden gegund om de woning te verlaten.
5.8.
Gelet op de mogelijkheid van reële executie van het vonnis, bestaat onvoldoende aanleiding voor het opleggen van een dwangsom. Deze zal worden afgewezen.
5.9.
De mede gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf, met inroeping van de sterke arm, uit te doen voeren, wordt afgewezen, omdat ingevolge art. 556 lid 1 Rv ontruiming door een deurwaarder imperatief is voorgeschreven en deze altijd bevoegd is daartoe de hulp van de sterke arm in te roepen (art. 2 Politiewet).
5.10.
Gelet op de relatie tussen de materiele partijen, [eiser sub 2] en [naam onder bewindgestelde] , zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen af,
6.2.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in reconventie
6.3.
bepaalt dat [naam onder bewindgestelde] vanaf de vijftiende dag na betekening van het vonnis gerechtigd is tot het voortgezet en exclusief gebruik van de woning, aan de [adres] ,
6.4.
veroordeelt stichting Balanz om de woning met aanhorigheden aan de [adres] , voor zover het [eiser sub 2] betreft, met al het zijne en de zijnen te ontruimen en te verlaten onder afgifte van de sleutels aan de bewindvoerder, binnen veertien dagen na de betekening van het vonnis,
6.5.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.6.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2018.