A&A c.s. baseert de vorderingen, kort gezegd, op de stelling dat MBS en
[gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] onrechtmatig jegens A&A c.s. hebben gehandeld en aansprakelijk zijn
voor de dientengevolge door A&A c.s. geleden en nog te lijden schade.
A&A c.s. heeft hiertoe bij dagvaarding (sub 9) onder meer aangevoerd dat tijdens de in
opdracht van [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] door MBS aan de [adres 2] te [plaats] uitgevoerde
werkzaamheden verzakkingen en scheurvormingen in het pand zijn ontstaan en een etala-
geruit van het pand is gesprongen. Namens A&A c.s. is ter comparitie verklaard dat het
klopt dat er vóór de aanvang van deze werkzaamheden al sprake was van scheurvorming
in de vloer en de wanden van het pand, maar dat deze door de werkzaamheden van MBS
is verergerd.
A&A c.s. heeft bij dagvaarding (sub 25) verder onder meer aangevoerd dat MBS in verband met een stagnerend afzinkproces van een van de kelderwanden een funderingspoer heeft ge-sloopt waarop het pand was gefundeerd en dat dit mede heeft bijgedragen aan de schade die aan het pand is ontstaan. Het slopen van de funderingsvloer is volgens A&A c.s. te kwalifi-ceren als een bouwfout.
Ter comparitie is namens A&A c.s. op de vraag van de rechtbank wat A&A c.s. MBS en/of [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] precies verwijt onder meer nog verklaard:
“In de uitvoeringsfase van het werk op nr. 12 is scheurvorming ontstaan op nr. 10 groter dan de signaal-waarde (zie rapport [A] ). MBS had vooral beter onderzoek moeten doen voor aanvang van de uitvoering van het werk op nr. 12. Onder meer naar de staat van de fundering van het pand […]. MBS had ook het hele bouwterrein dieper moeten onderzoeken op de aanwezigheid van obstakels. Op 15 juli 2016 is een obstakel geraakt. De deformatie werd groter dan 5 mm. De uitvoering van het werk had toen gestopt moeten worden en er had overleg moeten plaatsvinden met alle betrokkenen, waaronder A&A c.s.. [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] heeft het werk toen niet stopgezet. Als dat wel was gebeurd was de schade waarschijnlijk beperkt. [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] heeft onzorgvuldig gehandeld. Zie het rapport van [B] . Hij heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de fundering van het pand […]. Ik verwijt beide partijen onder meer onvoldoende onderzoek te hebben gedaan. […] Uit onderzoek zal naar voren moeten komen wat de precieze schade is als gevolg van de werkzaamheden op nr. 12. In het verleden heeft A&A schadevergoeding ontvangen van [C] wegens namens [C] veroorzaakte schade aan nr. 10 aan de wand van de eerste verdieping. […] De functie van de door de kelder geraakte poer is onduidelijk”.
A&A c.s. stelt bij dagvaarding (sub 39) dat zij door “de bouwfout” gigantische schade zal lijden die A&A c.s. begroot op € 213.565,00 inclusief btw.
A&A c.s. heeft ter onderbouwing van de gevorderde veroordeling van MBS en [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] om aan A&A € 23.120,99, aan Bloem € 8.272,00 en aan [eiser 3 in hoofdzaak HA ZA 17-310] en [eiser 4 in hoofdzaak HA ZA 17-310]
€ 1.690,00 te betalen bij dagvaarding (sub 39 e.v.), kort gezegd, aangevoerd dat:
en levensmiddelen die hij uit de diepvries en koelkast heeft moeten verwijderen omdat ge-
durende de tijd van ontruiming en verzegeling het pand afgesloten was van de nutsvoorzie-
ningen.
A&A c.s. heeft ter comparitie verzocht om een deskundige te benoemen die onderzoek doet naar de oorzaak van het ontstaan van de schade, de gebreken die het gevolg zijn van de schadeoorzaak en de kosten van herstel.