ECLI:NL:RBOBR:2018:6764

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
19 september 2018
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
C/01/320627 / HA ZA 17-310, C/01/325454 / HA ZA 17-621, C/01/325639 / HA ZA 17-639
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake onrechtmatige daad en aansprakelijkheid in bouwgeschil met betrekking tot schade aan onroerend goed

In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Oost-Brabant, zijn A&A HOLDING B.V. en BLOEM'S VINOTHEEK-UNIQUE HOLLAND B.V. eisers tegen MULTI-BOUWSYSTEMEN B.V. en een derde gedaagde. De eisers vorderen schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen van de gedaagden, die volgens hen heeft geleid tot schade aan hun onroerend goed. De rechtbank heeft op 19 september 2018 vonnis gewezen, waarin de vorderingen van eisers zijn afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de eisers onvoldoende hebben aangetoond dat de gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld. De rechtbank wijst erop dat de gevorderde verklaring voor recht te vaag is en dat de eisers niet duidelijk hebben gemaakt op welk handelen van de gedaagden hun vorderingen precies zijn gebaseerd. De rechtbank concludeert dat de eisers in de kosten van de procedure worden veroordeeld, aangezien zij als de in het ongelijk gestelde partij worden aangemerkt. De kosten aan de zijde van de gedaagden worden eveneens begroot en toegewezen. Dit vonnis is van belang voor de aansprakelijkheid in bouwgeschillen en de eisen die aan de stelplicht van eisers worden gesteld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats Eindhoven
Vonnis van 19 september 2018
in de hoofdzaak met zaak- en rolnummer C/01/320627 / HA ZA 17-310 van
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
A&A HOLDING B.V.en
BLOEM'S VINOTHEEK-UNIQUE HOLLAND B.V.,
beiden gevestigd te Eindhoven, en
[eiser 3 in hoofdzaak HA ZA 17-310]en
[eiser 4 in hoofdzaak HA ZA 17-310],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. M.T.C.A. Smets te Eindhoven,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MULTI-BOUWSYSTEMEN B.V.,
gevestigd te Soest,
advocaat mr. J. Elte te Amsterdam, en
[gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639],
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. E. Beele te Tilburg,
gedaagden, en
in vrijwaringszaak I met zaak- en rolnummer C/01/325454 / HA ZA 17-621 van
[gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. E. Beele te Tilburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MULTI-BOUWSYSTEMEN B.V,
gevestigd te Soest,
gedaagde,
advocaat mr. J. Elte te Amsterdam, en
in vrijwaringszaak II met zaak- en rolnummer C/01/325639 / HA ZA 17-639 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MULTI-BOUWSYSTEMEN B.V,
gevestigd te Soest,
eiseres,
advocaat mr. J. Elte te Amsterdam,
tegen
[gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. E. Beele te Tilburg.
Partijen worden hierna aangeduid als: A&A, Bloem, [eiser 3 in hoofdzaak HA ZA 17-310] , [eiser 4 in hoofdzaak HA ZA 17-310] ,
MBS en [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] .

1.DE PROCEDURE

1.1.
Deze blijkt voor wat betreft al deze zaken uit:
  • het tussenvonnis van 29 november 2017;
  • het proces-verbaal van comparitie van 31 mei 2018.
1.2.
Ten slotte is in al deze zaken vonnis bepaald.

2.FEITEN

2.1.
A&A is eigenaresse van de onroerende zaak aan de [adres 1] te [plaats] (hierna: het pand). Het pand bestaat uit een winkel met magazijnruimte en een boven-woning.
2.2.
Bloem exploiteert in het pand een groot- en detailhandel in wijnen.
2.3.
[eiser 3 in hoofdzaak HA ZA 17-310] en [eiser 4 in hoofdzaak HA ZA 17-310] bewonen de bovenwoning in het pand.
2.4.
[gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] is in 2012 eigenaar geworden van de naast het pand gelegen onroerende zaak. Op deze zaak aan de [adres 2] te [plaats] bevond zich een winkelpand met bovenwoning. Dit pand is inmiddels gesloopt.
2.5.
MBS heeft in opdracht van [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] bouwwerkzaamheden uitgevoerd aan
de [adres 2] te [plaats] . Zij is gestart met het uitgraven van een bouwput en
het realiseren van een kelder ter plaatse.

3.HET GESCHIL

in de hoofdzaak
3.1.
Bij dagvaarding vorderen A&A, Bloem, [eiser 3 in hoofdzaak HA ZA 17-310] en [eiser 4 in hoofdzaak HA ZA 17-310] (hierna ook: A&A c.s.), kort gezegd, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. voor recht te verklaren “dat gedaagden jegens eisers onrechtmatig hebben gehandeld”;
b. MBS en [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] hoofdelijk te veroordelen om:
- aan A&A c.s. de schade te vergoeden, op te maken bij staat;
- aan A&A een voorschot te betalen op de schadevergoeding met rente;
- aan A&A € 23.120,99 te betalen met rente;
- aan Bloem € 8.272,00 te betalen met rente;
- aan [eiser 3 in hoofdzaak HA ZA 17-310] en [eiser 4 in hoofdzaak HA ZA 17-310] € 1.690,00 te betalen met rente;
c. MBS en [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] ieder afzonderlijk te veroordelen om aan A&A c.s. de kos-
ten voor het leggen van conservatoir beslag onder derden te voldoen met rente, en
d. MBS en [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] ieder afzonderlijk te veroordelen in de proces- en nakosten, eveneens met rente.
3.2.
Ter comparitie is namens A&A c.s. de vordering tot hoofdelijke veroordeling
van MBS en [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] ingetrokken en is de eis gewijzigd in die zin dat MBS en
[gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] de schade van A&A c.s. moeten vergoeden naar rato van hun schuld.
3.3.
A&A c.s. baseert de vorderingen, kort gezegd, op de stelling dat MBS en
[gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] onrechtmatig jegens A&A c.s. hebben gehandeld en aansprakelijk zijn
voor de dientengevolge door A&A c.s. geleden en nog te lijden schade.
A&A c.s. heeft hiertoe bij dagvaarding (sub 9) onder meer aangevoerd dat tijdens de in
opdracht van [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] door MBS aan de [adres 2] te [plaats] uitgevoerde
werkzaamheden verzakkingen en scheurvormingen in het pand zijn ontstaan en een etala-
geruit van het pand is gesprongen. Namens A&A c.s. is ter comparitie verklaard dat het
klopt dat er vóór de aanvang van deze werkzaamheden al sprake was van scheurvorming
in de vloer en de wanden van het pand, maar dat deze door de werkzaamheden van MBS
is verergerd.
A&A c.s. heeft bij dagvaarding (sub 25) verder onder meer aangevoerd dat MBS in verband met een stagnerend afzinkproces van een van de kelderwanden een funderingspoer heeft ge-sloopt waarop het pand was gefundeerd en dat dit mede heeft bijgedragen aan de schade die aan het pand is ontstaan. Het slopen van de funderingsvloer is volgens A&A c.s. te kwalifi-ceren als een bouwfout.
Ter comparitie is namens A&A c.s. op de vraag van de rechtbank wat A&A c.s. MBS en/of [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] precies verwijt onder meer nog verklaard:
“In de uitvoeringsfase van het werk op nr. 12 is scheurvorming ontstaan op nr. 10 groter dan de signaal-waarde (zie rapport [A] ). MBS had vooral beter onderzoek moeten doen voor aanvang van de uitvoering van het werk op nr. 12. Onder meer naar de staat van de fundering van het pand […]. MBS had ook het hele bouwterrein dieper moeten onderzoeken op de aanwezigheid van obstakels. Op 15 juli 2016 is een obstakel geraakt. De deformatie werd groter dan 5 mm. De uitvoering van het werk had toen gestopt moeten worden en er had overleg moeten plaatsvinden met alle betrokkenen, waaronder A&A c.s.. [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] heeft het werk toen niet stopgezet. Als dat wel was gebeurd was de schade waarschijnlijk beperkt. [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] heeft onzorgvuldig gehandeld. Zie het rapport van [B] . Hij heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de fundering van het pand […]. Ik verwijt beide partijen onder meer onvoldoende onderzoek te hebben gedaan. […] Uit onderzoek zal naar voren moeten komen wat de precieze schade is als gevolg van de werkzaamheden op nr. 12. In het verleden heeft A&A schadevergoeding ontvangen van [C] wegens namens [C] veroorzaakte schade aan nr. 10 aan de wand van de eerste verdieping. […] De functie van de door de kelder geraakte poer is onduidelijk”.
A&A c.s. stelt bij dagvaarding (sub 39) dat zij door “de bouwfout” gigantische schade zal lijden die A&A c.s. begroot op € 213.565,00 inclusief btw.
A&A c.s. heeft ter onderbouwing van de gevorderde veroordeling van MBS en [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] om aan A&A € 23.120,99, aan Bloem € 8.272,00 en aan [eiser 3 in hoofdzaak HA ZA 17-310] en [eiser 4 in hoofdzaak HA ZA 17-310]
€ 1.690,00 te betalen bij dagvaarding (sub 39 e.v.), kort gezegd, aangevoerd dat:
- A&A schade heeft geleden wegens het noodzakelijk inschakelen van adviseurs ten bedrage
van in totaal € 23.120,99;
  • Bloem € 8.272,00 bruto winst heeft gederfd over de periode van verzegeling van het pand;
  • [eiser 3 in hoofdzaak HA ZA 17-310] € 1.690,07 aan onkosten heeft moeten maken wegens tijdelijk verblijf in een hotel
en levensmiddelen die hij uit de diepvries en koelkast heeft moeten verwijderen omdat ge-
durende de tijd van ontruiming en verzegeling het pand afgesloten was van de nutsvoorzie-
ningen.
A&A c.s. heeft ter comparitie verzocht om een deskundige te benoemen die onderzoek doet naar de oorzaak van het ontstaan van de schade, de gebreken die het gevolg zijn van de schadeoorzaak en de kosten van herstel.
3.4.
MBS en [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] voeren verweer.
MBS concludeert, kort gezegd, tot afwijzing van het door A&A c.s. gevorderde. Zij verzoekt A&A c.s. bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten, met rente. Zij voert hiertoe onder meer (bij antwoord sub 43) aan dat de door A&A c.s. gestelde schade is toe te schrijven aan eerder veroorzaakte en reeds vergoede maar niet herstelde schaden aan het pand en/of als gevolg van de ondeugdelijke fundering en/of bouwconstructie van het pand en een en ander valt binnen de eigen verant-woordelijkheid van A&A c.s..
[gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] concludeert, kort gezegd, eveneens tot afwijzing van het door A&A c.s. gevorderde. Hij verzoekt A&A c.s. bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen
in de proceskosten met rente. Hij voert hiertoe onder meer (bij antwoord sub 4) aan dat
het met name de vraag is of de door A&A c.s. gestelde schade (mede) is veroorzaakt door verbouwingen die A&A in het verleden zelf aan haar pand heeft verricht dan wel door een in het verleden ontstane bouwschade als gevolg van werkzaamheden aan het pand aan de [adres 3] waarvoor A&A naar eigen zeggen destijds schadevergoeding heeft ontvangen maar waarvan in ieder geval bij het vaststellen van de nulsituatie door de door MBS inge-schakelde deskundige kon worden geconstateerd dat deze schade niet was hersteld. [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] heeft verder (bij antwoord sub 9) aangevoerd dat hij niet aansprakelijk is voor fouten in de uitvoering. Dat is, aldus [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] , de partij die voor de betreffende uit-voering zorgdraagt, zijnde in dit geval MBS. [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] stelt dat zij jegens A&A c.s. niet aansprakelijk is voor de wijze waarop MBS haar werkzaamheden heeft uitgevoerd. Naar verwachting zal het pand, aldus [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] , wanneer het door [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] beoogde pand op zijn perceel in volle hoogte zal zijn gerealiseerd, gestabiliseerd zijn.
3.5.
Op de stellingen van partijen in deze zaak wordt, voor zover van belang, hierna nader ingegaan.
in vrijwaringszaak I
3.6.
[gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] vordert, kort gezegd, MBS bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om aan hem al datgene te voldoen waartoe hij in de hoofdzaak jegens A&A c.s. mocht worden veroordeeld, met veroordeling van MBS in de kosten van deze vrijwarings-procedure.
3.7.
MBS voert verweer. Zij concludeert, kort gezegd, tot afwijzing van het door [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] gevorderde. Zij verzoekt [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten, met rente.
3.8.
Op de stellingen van partijen in deze zaak wordt, voor zover van belang, hierna nader ingegaan.
in vrijwaringszaak II
3.9.
MBS vordert, kort gezegd, [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om aan haar al datgene te voldoen waartoe zij in de hoofdzaak jegens A&A c.s. mocht worden veroordeeld, met veroordeling van [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] in de kosten van deze vrij-waringsprocedure en in de nakosten, een en ander met rente.
3.10.
[gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] voert verweer. Hij concludeert, kort gezegd, tot afwijzing van het door MBS gevorderde. Hij verzoekt MBS bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroor-delen in de proces- en nakosten met rente.
3.11.
Op de stellingen van partijen in deze zaak wordt, voor zover van belang, hierna eveneens nader ingegaan.

4.DE BEOORDELING

in de hoofdzaak
De eiswijziging
4.1.
A&A c.s. baseert de vorderingen, kort gezegd, op de stelling dat MBS en
[gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] onrechtmatig jegens A&A c.s. hebben gehandeld en aansprakelijk zijn
voor de dientengevolge door A&A c.s. geleden en nog te lijden schade.
Bij dagvaarding heeft A&A c.s. gesteld dat MBS en [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor deze schade. Ter comparitie is namens A&A c.s. de vordering tot hoofdelijke ver-oordeling van MBS en [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] ingetrokken en is de eis gewijzigd in die zin dat [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] en MBS de schade van A&A c.s. moeten vergoeden naar rato van hun schuld.
4.2.
Namens [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] is bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging. Daartoe is namens hem aangevoerd dat een eiswijziging schriftelijk moet plaatsvinden.
4.3.
De rechtbank zal hierna uitgaan van de ter comparitie gewijzigde eis van A&A c.s..
Namens A&A c.s. is ter comparitie mondeling akte verzocht van deze eiswijziging. Deze eiswijziging wordt gekwalificeerd als een eisvermindering. A&A c.s. spreekt immers, kort gezegd, na deze eiswijziging niet langer zowel MBS als [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] ieder aan voor de gehele door A&A c.s. gestelde schade, maar spreekt MBS en [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] nog “slechts” aan voor dat deel van de door A&A c.s. gestelde schade waarvoor zij of hij schuld draagt. A&A c.s. was ingevolge artikel 129 Rv ter comparitie bevoegd om de eis te verminderen omdat op dat moment in deze zaak nog geen eindvonnis was gewezen. De door A&A c.s. gedaagde partijen kunnen zich niet met succes verzetten tegen een eisvermindering.
Voor zover deze eiswijziging per saldo feitelijk voor MBS en/of [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] geen eis-vermindering mocht betreffen heeft te gelden dat het bezwaar daartegen wordt verworpen, nu er geen omstandigheden zijn gesteld en/of gebleken waaruit volgt dat deze eiswijziging in dat geval in strijd is met de eisen van een goede procesorde als bedoeld in artikel 130 Rv.
De gevorderde verklaring voor recht
4.4.
A&A c.s. vordert bij dagvaarding een verklaring voor recht “dat gedaagden jegens eisers onrechtmatig hebben gehandeld”.
4.5.
Het is de rechtbank gelet op de inhoud van de dagvaarding met betrekking tot
de gevorderde verklaring voor recht niet duidelijk waarover zij precies dient te oordelen
en te beslissen. De gevorderde verklaring voor recht dat gedaagden jegens eisers onrecht-matig hebben gehandeld, is weinig concreet en daarom vaag. De gevorderde verklaring
voor recht houdt niet in waaruit het onrechtmatig handelen van MBS en/of [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] jegens A&A en/of Bloem en/of [eiser 3 in hoofdzaak HA ZA 17-310] en/of [eiser 4 in hoofdzaak HA ZA 17-310] volgens A&A c.s. precies bestaat. Dit is ook niet expliciet geformuleerd of op andere wijze duidelijk aangegeven in (het lichaam van) de dagvaarding. De 22 bladzijden tellende dagvaarding is daarmee voor
de rechtbank een zoekplaatje naar al het mogelijk hier door A&A c.s. bedoelde handelen
(of nalaten) van MBS en/of [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] jegens A&A en/of Bloem en/of [eiser 3 in hoofdzaak HA ZA 17-310] en/
of [eiser 4 in hoofdzaak HA ZA 17-310] . Onder punt 39 van de dagvaarding stelt A&A c.s. wel dat A&A c.s. door
“de bouwfout” schade zal lijden, begroot op € 213.565,00 inclusief btw, maar nergens in
de dagvaarding is de term “de bouwfout” gedefinieerd. Uit de overige inhoud van de dag-vaarding lijkt te volgen dat A&A c.s. met deze term op meerdere fouten doelt van MBS en/of [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] of van derden waarvoor A&A c.s. MBS en/of [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] aan-sprakelijk houdt, alhoewel A&A c.s. de term bouwfout in de dagvaarding (sub 14) ook hanteert ten aanzien van, zo begrijpt de rechtbank althans, alleen het gestelde slopen van
een gedeelte van een funderingspoer door MBS.
4.6.
Ook ter comparitie is het de rechtbank niet volstrekt duidelijk geworden waaruit het onrechtmatige handelen van ieder der gedaagden jegens eisers waarop de gevorderde verklaring voor recht ziet, precies bestaat (en waarover zij dus dient te oordelen en te be-slissen). Namens A&A c.s. is ter comparitie op de vraag van de rechtbank wat A&A c.s. MBS en/of [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] precies verwijt volstaan met verklaringen als: “MBS had
vooralbeter onderzoek moeten doen voor aanvang van de uitvoering van het werk […].
Onder meernaar de staat van de fundering van het pand […]. Op 15 juli 2016 is een obstakel geraakt. De deformatie werd groter dan 5 mm. […] [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] heeft het werk toen niet stopgezet. Als dat wel was gebeurd was de schade
waarschijnlijkbeperkt. [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] heeft onzorgvuldig gehandeld.
Zie het rapport [B]. […] Ik verwijt beide partijen
onder meeronvoldoende onderzoek te hebben gedaan” (onderstreping door de rechtbank).
4.7.
De rechtbank stelt vast dat het de wederpartij, gelet op de inhoud van de dagvaar-ding en het verhandelde ter comparitie, ook niet precies duidelijk is waarop de gevorderde verklaring voor recht ziet.
Namens [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] is bij antwoord (sub 16) met betrekking tot de stelling van A&A c.s. bij dagvaarding (sub 27) - dat A&A c.s. van oordeel is dat [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] enkel door het toe doen brengen van schade aan het pand jegens A&A c.s. onrechtmatig heeft gehandeld en gelet op de feiten en omstandigheden van het geval de gedragingen van [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] die ten grondslag liggen aan de toegebrachte schade als onrechtmatig zijn te kwalificeren en dat [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] door zijn gedragingen de zorgvuldigheidsnorm die hij jegens A&A c.s. in acht had moeten nemen heeft geschonden - aangevoerd: “Deze stelling voldoet niet alleen niet aan de substantiëringsplicht, nu [A&A c.s.] nalaat aan te geven waarom deze gedragingen een schen-ding zouden inhouden van de zorgvuldigheidsnorm die [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] jegens [A&A c.s.] diende te betrachten. Nog daargelaten het feit dat [A&A c.s.] niet aangeeft welke zorgvuldigheidsnorm hij be-doel[t], laat [A&A c.s.] na aan te geven op grond waarvan zou moeten worden vastgesteld dat [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] terzake niet de vereiste mate van zorgvuldigheid in acht genomen heeft”.
Ter comparitie is namens [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] vervolgens nog verklaard: “het [blijft] de vraag op grond waarvan [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] door A&A c.s. aansprakelijk wordt gesteld. Dat is niet duidelijk.
Daar wordt door A&A c.s. nauwelijks op ingegaan”.
4.8.
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde verklaring voor recht niet voor toewijzing in aanmerking kan komen. Ondanks de ter comparitie ter zake gevraagde toe-lichting is het voor de rechtbank en de wederpartij nog steeds niet duidelijk wat A&A c.s. wie precies verwijt en dus op welk handelen van wie de gevorderde verklaring voor recht precies ziet. Als de rechtbank een verklaring voor recht uitspreekt, wordt daarmee de rechtsverhouding tussen partijen bindend vastgesteld. In de huidige vorm kan de gevorderde verklaring voor recht tot niets leiden, nu deze te weinig concreet en daarom te vaag is. Wat A&A c.s. wie precies verwijt en dus op welk handelen van wie de gevorderde verklaring voor recht precies ziet staat niet in de gevorderde verklaring voor recht en blijkt evenmin klip en klaar uit (het lichaam van) de dagvaarding of het verhandelde ter comparitie, waarbij wordt opgemerkt dat het niet de taak van de rechtbank is een verklaring voor recht zodanig te herformuleren dat deze wel aan de daaraan te stellen eisen voldoet. A&A c.s. heeft onder deze omstandigheden onvoldoende rechtens te respecteren belang als bedoeld in artikel 3:303 BW bij toewijzing van de gevorderde verklaring voor recht, zodat zij in die vordering niet-ontvankelijk is. Een en ander is voor de rechtbank aanleiding om de gevorderde verkla-ring voor recht af te wijzen.
Het verzoek tot benoeming van een deskundige
4.9.
Het ter comparitie namens A&A c.s. nog gedane verzoek om een deskundige te benoemen die onderzoek doet naar onder andere de oorzaak van het ontstaan van de schade aan het pand zal, gelet op al het eerder overwogene, niet worden ingewilligd.
De overige vorderingen
4.10.
Nu de gevorderde verklaring voor recht wordt afgewezen, heeft hetzelfde te gelden voor de overige daarop voortbouwende vorderingen (tot vergoeding van schade wegens on-rechtmatig handelen van gedaagden jegens eisers). Aan een inhoudelijke beoordeling van die vorderingen wordt evenmin toegekomen.
4.11.
A&A c.s. zal als de in de hoofdzaak het ongelijk gestelde partij in de kosten van die procedure, waaronder de kosten van de vrijwaringsincidenten, worden veroordeeld.
De kosten aan de zijde van MBS worden tot op heden begroot op:
- griffierecht € 1.924,00
- salaris advocaat
5.347,00(1 punt x tarief € 543,00 en 2 punten x tarief € 2.402,00)
totaal € 7.271,00.
De kosten aan de zijde van [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] worden tot op heden begroot op:
- griffierecht € 883,00
- salaris advocaat
5.347,00(1 punt x tarief € 543,00 en 2 punten x tarief € 2.402,00)
totaal € 6.230,00.
4.12.
De door MBS gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
in beide vrijwaringszaken
4.13.
Nu de voorwaarde waaronder de eisen in vrijwaring zijn ingesteld niet in vervulling is gegaan (een veroordeling in de hoofdzaak jegens A&A c.s.) komt de rechtbank aan beoordeling in de vrijwaringszaken niet toe.
in vrijwaringszaak I
4.14.
[gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] geldt in deze zaak als de in het ongelijk gestelde partij. Hij zal daar-om in de proceskosten daarvan worden veroordeeld. De kosten daarvan aan de zijde van MBS worden tot op heden begroot op:
- griffierecht € 0,00
- salaris advocaat
1.086,00(2 punten x tarief € 543,00)
totaal € 1.086,00.
4.15.
De door MBS gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
in vrijwaringszaak II
4.16.
MBS geldt in deze zaak als in het ongelijk gestelde partij. Zij zal daarom in de proceskosten daarvan worden veroordeeld. De kosten daarvan aan de zijde van [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] worden tot op heden begroot op:
- griffierecht € 0,00
- salaris advocaat
1.086,00(2 punten x tarief € 543,00)
totaal € 1.086,00.
4.17.
De door [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.DE BESLISSING

De rechtbank:
in de hoofdzaak
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt A&A c.s. in de kosten van de hoofdzaak en de vrijwaringsincidenten:
- aan de zijde van MBS tot op heden begroot op € 7.271,00, te vermeerderen met de
rente als bedoeld in artikel 6:119 BW hierover met ingang van de vijftiende dag na
heden tot de dag van volledige betaling, en
- aan de zijde van [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] tot op heden begroot op € 6.230,00, te vermeer-
deren met de rente als bedoeld in artikel 6:119 BW hierover met ingang van de
vijftiende dag na heden tot de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt A&A c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten aan de zijde van MBS, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat A&A c.s. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis jegens MBS heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de vol-doening;
5.4.
verklaart dit vonnis in de hoofdzaak voor wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
in vrijwaringszaak I
5.5.
verstaat dat de rechtbank niet toekomt aan de beoordeling en beslissing van het
gevorderde;
5.6.
veroordeelt [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] in de proceskosten, aan de zijde van MBS tot op heden begroot op € 1.086,00 te vermeerderen met de rente als bedoeld in artikel 6:119 BW hierover met ingang van de vijftiende dag na heden tot de dag van volledige betaling;
5.7.
veroordeelt [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijf-tiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
5.8.
verklaart dit vonnis in deze vrijwaringszaak wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
in vrijwaringszaak II
5.9.
verstaat dat de rechtbank niet toekomt aan de beoordeling en beslissing van het gevorderde;
5.10.
veroordeelt MBS in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in hoofdzaak HA ZA 17-310 / eiser in vrijwaring I HA ZA 17-621 / gedaagde in vrijwaring II HA ZA 17-639] tot op heden begroot op € 1.086,00, te vermeerderen met de rente als bedoeld in artikel 6:119 BW hierover met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.11.
veroordeelt MBS in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat MBS niet binnen
14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens beteke-ning van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
5.12.
verklaart dit vonnis in deze vrijwaringszaak wat betreft de kostenveroordelingen eveneens uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.T.J.F. Verhappen en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2018.