Op 11 maart 2019 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 9 april 2018 in Eindhoven een dodelijk verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte reed met een snelheid van ongeveer 20 km/u boven de toegestane maximumsnelheid van 50 km/u binnen de bebouwde kom. Dit leidde tot een aanrijding met een fietser, genaamd [slachtoffer], die als gevolg van de aanrijding overleed. De rechtbank kwalificeerde het rijgedrag van de verdachte als aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuld had aan het ongeval, omdat hij zijn snelheid niet had verminderd bij het naderen van het kruispunt en onvoldoende had opgelet. De rechtbank legde de verdachte een onvoorwaardelijke taakstraf van 240 uur op, een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaar, en een ontzegging van de rijbevoegdheid van achttien maanden. De uitspraak is gedaan na een inhoudelijke behandeling van de zaak, waarbij de rechtbank de verklaringen van de verdachte, de officier van justitie en getuigen heeft gewogen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich niet roekeloos heeft gedragen, maar wel aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend.