Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[eiser sub 1] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 oktober 2018
- het proces-verbaal van comparitie van 18 januari 2019 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil in de hoofdzaak
4.Het geschil in het incident ex artikel 223 Rv
5.De beoordeling in de hoofdzaak
Verklaring voor recht
Omstreeks 06.35 uur stonden de slagbomen voor het inkomend- en uitgaand verkeer open. Ik wilde ze naar beneden laten zakken, maar drukte per ongeluk op de knop van de slagboom bij het fietspad. Net op dat moment kwam dhr. [eiser sub 1] , medewerker van de Fa. Nedzink, over het fietspad binnen lopen. Slagboom schampte nog net zijn achterhoofd. Vanuit de loge zag ik dat hij viel. Gelijk naar hem toe gelopen. Dhr. [eiser sub 1] was toch wel wat geschrokken, maar had verder geen verwondingen. Om 07.15 uur, na telefonisch contact met Dhr. [eiser sub 1] bleek dat hij wat duizelig was, maar verder geen last had van het voorval.”
2.148,00(2,0 punten × tarief € 1.074,00)