Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[eiser sub 4],
[eiser sub 5],
[eiser sub 6],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 november 2018 met 16 producties
- de brief van mr. Van der Korst van 10 december 2018 met producties 1 tot en met 13
- de brief van mr. Berendsen van 12 december 2018 met aanvullende producties 17 tot en met 26
- de mondelinge behandeling op 13 december 2018
- de pleitnota van [eisers]
- de pleitnota van [gedaagden]
2.De feiten
4.VERKOOP CERTIFICATEN VAN AANDELEN
3.Het geschil
Selbsteintritt), voor het verlijden van de Conceptakte (zie productie 13) en voor het verrichten van alle overige rechtshandelingen, voor zover die nodig zijn voor levering van de Certificaten MAC, als volgt:
Selbsteintritt), voor het verrichten van de rechtshandelingen vereist voor het bij de onderhandse akte leveren van het onbezwaarde eigendom van de Certificaten MAC, als volgt:
4.De beoordeling
: “wij zullen aan het feit dat jij je functies binnen PlantLab per 14 december 2014 hebt neergelegd niet de gevolgen van artikel 6 van de aandeelhoudersovereenkomst verbinden, welk artikel, kort gezegd, bepaalt dat indien jij je functies neerlegt, jij je certificaten moet aanbieden voor een bedrag gelijk aan de intrinsieke waarde van de onderliggende aandelen.”Reeds hierom komen de vorderingen van [eisers] niet voor toewijzing in aanmerking, aldus [gedaagden] De rechtbank heeft deze toezegging weliswaar vernietigd in haar vonnis van 10 oktober 2018, maar [gedaagden] hebben tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld, welk hoger beroep volgens hen een grote kans van slagen heeft. Dit verweer faalt.
“alsdan laatst vastgestelde jaarrekening”,conform de bewoordingen en de bedoeling van de overeenkomst zo moet worden uitgelegd dat wordt bedoeld de laatst vastgestelde jaarrekening op het moment van verkoop en levering van de certificaten. Dat zou op dit moment de jaarrekening over het boekjaar 2017 zijn. Verder stellen [gedaagden] dat als al zou moeten worden aangenomen dat het moment van “aanbieding” van de certificaten bepalend is voor de berekening van de waarde van de onderliggende aandelen, de koopprijs gebaseerd dient te zijn op de jaarrekening die het dichtst bij dat moment in de buurt ligt. Dat is dan volgens [gedaagden] de jaarrekening over het jaar 2014 en niet de jaarrekening over 2012 waar [eisers] zich op beroepen. Voorts hebben [gedaagden] aangevoerd dat [eisers] er ten onrechte van uit gaan dat de intrinsieke waarde zoals genoemd in de certificaathoudersovereenkomst zonder meer gelijk zou zijn aan het zichtbare eigen vermogen.
980,00