De woning, [adres] , is gelegen binnen een druk bewoonde wijk genaamd [naam wijk] in het stadsdeel [naam stadsdeel] .
De woning is een hoekwoning waarvan de linkerzijde grenst aan de voorzijde van de woningen [huisnummer] , [huisnummer] , [huisnummer] en [huisnummer] op een afstand van ongeveer 3 meter.
De berging staat los van de woning en heeft geen toegang tot de woning.
De achterzijde van de berging grenst op een afstand van ongeveer 2 meter aan een kinderspeeltuin.
Op donderdag 3 januari 2019 heeft de politie een opsporingsonderzoek ingesteld in het pand [adres] .
Tijdens dit onderzoek werd in de separate berging, alsmede in de woning, een grote hoeveelheid illegaal zwaar vuurwerk aangetroffen.
In de woning werden voorts twee bladen aangetroffen waarop duidelijk de instructie te lezen was hoe men vuurwerkbommen kon maken.
In de berging werden provisorische zelfgemaakte ontstekingsmechanismen aangetroffen.
Ook een partij Kaliumnitraat en suiker.
Het betreft hier grondstoffen voor rookbommen en het is brand bevorderend.
Het vuurwerk, dat nog nader onderzocht moet worden, kan in grote lijnen alsvolgt worden beschreven:
Het betrof hier ongeveer 230 kilogram vuurwerk, zijnde een bruto gewicht.
Deze partij bestond onder andere uit z.g. Shells of mortieren, Cobra’s en lawinepijlen.
Dit betreft z.g. 1.1G vuurwerk en is in Nederland niet toegestaan voor particulieren.
1.1G is een verplichte categorieaanduiding bij het vervoer van gevaarlijke stoffen.
1.1G geeft aan dat het een massa explosief betreft. Dit houdt in dat, als één vuurwerkartikel ontbrandt, alle andere vuurwerkartikelen ook tegelijk afgaan.
De explosieve kracht van één Cobra wordt vergeleken met die van een handgranaat.
Bij het tegelijkertijd ontbranden van de 230 kg vuurwerk zou dit hebben geleid tot een ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat.
Het zou ernstige gevolgen hebben gehad voor deze woonwijk.
Tijdens zijn verhoor verklaarde de verdachte [naam verdachte] dat alle aangetroffen en inbeslaggenomen vuurwerk van hem was.
Tijdens zijn verhoor verklaarde de verdachte [gedaagde] , dat hij wist van de opslag van vuurwerk in zijn berging. Dit vuurwerk was van zijn zoon. Verder verklaarde hij, dat hij in de veronderstelling was dat het consumentenvuurwerk betrof.
Noot rapporteur: Het opslaan van consumentenvuurwerk door particulieren is toegestaan tot maximaal 25 kilogram.
Tegen genoemde verdachten wordt proces-verbaal opgemaakt wegens overtreding van het Vuurwerkbesluit - de Wet Milieubeheer - De Wet op de Economische delicten.[…]