In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, uitgesproken op 3 april 2019, is de verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.E. Duijts, in een civiele procedure tegen het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, vertegenwoordigd door mr. M.A.T.L. Thijssen, aan de orde gekomen. De zaak betreft een verzoek om vergoeding van diverse kosten in het kader van de Lijst der Geldelijke Regelingen (LGR). De rechtbank heeft de procedure in gang gezet na een eerdere beschikking van 2 januari 2019, waarin de behandeling van de zaak was verwezen naar de meervoudige kamer. Tijdens de zitting op 20 februari 2019 zijn beide partijen verschenen en zijn er aanvullende producties overgelegd.
De rechtbank heeft de grieven van verzoeker beoordeeld, waaronder de kosten voor het onderhoud van de sloot, het opruimen van eikels, de aanleg van een paardvriendelijke omheining, en de kosten voor verlichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker recht heeft op een vergoeding voor het schonen van de sloot van € 1.000,00, voor het opruimen van eikels van € 1.210,00, voor de paardvriendelijke afrastering van € 1.500,00, en voor de verlichting bij de oversteek van € 1.000,00. Daarnaast is er een vergoeding van € 4.200,00 toegekend voor stallingskosten.
De rechtbank heeft de grieven 1, 2, 3, 4, 6 en 7 (deels) gegrond verklaard en het beroep voor het overige ongegrond verklaard. De proceskosten zijn begroot op € 1.105,50, inclusief griffierecht en salaris van de gemachtigde. De beschikking is openbaar uitgesproken op 3 april 2019.