Het proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] , wonende aan de [adres 1] te Helmond, opgemaakt en ondertekend d.d. 9 januari 2019, p. 41-43:
Omstreeks 09.00 uur ging ik naar beneden
[de rechtbank begrijpt: op 9 januari 2019].
Daar zat mijn moeder op de bank in de woonkamer. Ik zag dat er een pak wijn op tafel stond en dat zij aan het drinken was. Ik vroeg aan haar waarom ze de school niet had gebeld. Ze zei dat ze de voicemail had ingesproken. Ik werd boos en zei haar dat ze me weer teleurgesteld had, omdat ze niet gebeld had. Ik heb toen dat pak wijn weggegooid. Mijn moeder is toen naar bed gegaan. Ik heb mijn broer geappt. Dit was om 9.15 uur. Terwijl ik die app aan het typen was, kwam mijn moeder naar beneden. Ik zat op de bank in de kamer. Ik zag dat ze de keuken in liep. Ik bleef in de woonkamer zitten en plotseling kwam mijn moeder met twee messen in haar handen terug de woonkamer in. Dit was een groot mes en een klein mes. Deze kwamen uit een messenblok dat op het aanrecht stond.
U toont mij foto’s van de messen die jullie in de woning aantroffen.
Dat zijn de messen die mijn moeder vast had en waarmee ze mij bedreigde en stak.
Ze liep op mij af en maakte stekende bewegingen in mijn richting.
Ik stond op en liep achteruit. Ik ben achteruit gelopen, om de tafel heen gelopen, de tussendeur door, de woonkamer uit en de eetkamer (de kamer tussen de woonkamer en de keuken in) in.
Tijdens het weglopen, heb ik de noodknop op mijn telefoon in probeerde te drukken welke automatisch 112 belt. Ik heb toen mijn telefoon laten vallen. In de eetkamer, bij de kast, kwam ik tegen de muur te staan.
Terwijl ze op mij af kwam lopen, had ze de messen recht vooruit langs haar middel naar mij gericht.
Op het moment dat ik tegen de muur stond, zag ik dat mijn moeder haar handen omhoog hield met de messen vast en ze op mij wilde insteken. Ik dacht dat ik dood zou gaan. Ik zag dat mijn moeder probeerde me te steken. Ik dacht dat ik dan maar mijn handen eraan moest laten gaan, dus ik heb met mijn linkerhand in het mes gegrepen. Ik liep daarbij een wond op aan mijn hand. Tussen mijn duim en de muis van mijn hand. Hierna stak mijn moeder mij in mijn bovenarm en onder mijn borst. Ik was alleen maar bezig met de messen proberen te ontwijken. Ik wilde weg. Ik kon op een gegeven moment naar de woonkamer komen en de tussendeur dicht trekken. Deze hield ik vast en mijn moeder stond aan de andere kant van de deur te trekken om deze weer open te krijgen. Ik droeg alleen een onderbroek en een vest. Terwijl ik de deur dicht hield, bedacht ik hoe ik weg kon komen. Ik wilde niet in de kou bijna naakt de straat op. Maar ik was bang en wilde weg, dus ik heb de deur losgelaten, de voordeur losgetrokken en ik ben de straat opgerend. Ik ben gaan rennen tot ik een paar huizen verder mannen aan het werk zag. Ik heb naar hen geschreeuwd dat ik gestoken was en hulp nodig had. Zij hebben mij een woning ingehaald en de politie gebeld. Daar ben ik gebleven tot de politie en de ambulance er waren.