G (...) waarover kom jij met mij praten [slachtoffer] ?
G (...) over de camping, daar was iets gebeurd.
G Nou die zat hier
(13:19-20 getuige wijst met haar rechterhand naar beneden. Haar rechterhand is boven haar benen).
V Wijs je nou aan? (...)
G Hier
(getuige wijst weer op haar kruis).
G Ook hier
(getuige gaat met haar beide handen naar haar borsten).
G (...) toen zei die (...) dat ik m'n mond moest houden.
G Dat ik dat niet mocht zeggen tegen mama en [betrokkene 1] .
V (…) Wie zat hier en hier?
G (...) [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] )
V En hoe vaak heeft [verdachte] hier en hier gezeten?
G (...) heel veel keer (...).
G In een tent. Dan doet die al ook altijd de rits dicht en een doek ophangen.
V In een tent. En wie z’n tent?
G Van hun.
G Een doek, van die handdoeken (...) daar op de raam dat niemand dat ziet.
(...)
V (...) want jij zegt, hij zat heel vaak hier aan en heel vaak hier aan. Dan gaan we eerst praten over hier aan hè
(verhoorster gaat met haar beide handen naar haar bovenlichaam).
V Wat zit daar?
G Borsten.
V En waarmee zat hij dan aan jouw borsten?
G Met z'n handen.
G Met deze twee.
G In knijpen.
G Ja, die doet (...) Toen was aan verven (...) toen zat m'n onderbroekje vies met verf.
G (…) toen die was aan ’t verven was die met z’n handen in m’n onderbroek, was die heel erg vies de onderbroek.
V Handen verf hè. Dan kom ik daar dadelijk even op terug, want we hadden ’t nu even over de borsten. (…)V (...) Maar zat die met zijn handen dan op jouw kleren, of onder jouw kleren?
G Onder kleren.
G Ja, gewoon onder.
V Onder ‘t hemd.
G Ja.
V (...) Dus als ik jou goed begrijp zit die met z'n handen op jouw borsten onder jouw kleren?
(getuige knikt)Dan knijpt die.
G (…) Dat doet gewoon pijn.
V Liggen jullie dan, of anders?
G Zitten.
G Op de bank.
V Zit jij dan, of lig jij dan, of sta jij dan?
G Ja, zitten.
G (...) ook op de bank.
G Ja, doet die (...) gewoon met de vingers.
G Heel erg diep d’r
G (...) met de vingers heel erg diep en dat doet heel erg pijn.
G Ja, dan (…) doet [verdachte] met die vingers heel erg diep in, daar helemaal diep in.
G Ja, dan zit die daaraan met (...) verf aan z’n handen, is de onderbroek helemaal vies.
G In de onderbroek zo.
V En dan zei jij, dan gaat die met z'n vinger d’r in, heel diep. Welke vinger?
G (...) met de middelvingers
(13:33:46 getuige heft haar beide handen iets omhoog en wijst met haar rechterhand op haar linker middelvinger).
V Met de middelvinger. En hoe weet jij dat dat de middelvinger is?
G Ja, dat zei die.
G (...) m'n middelvinger gaat hier heel erg diep in zo, zei die.
V Ja. En je zei, dat deed heel erg pijn. Waar voelde jij dan die pijn?
G Helemaal onderin.
V En als die met die middelvinger helemaal onderin d’r zat hè, wat deed die dan met die middelvinger?
G Ja, gewoon op en neer.
V Waar precies in de, want dan was jij in de tent, zei jij dat. Waar precies in de tent ben jij dan?
G (...) op de bank.
V Op de bank. En hoe ben jij dan op de bank als die met die middelvinger d’r in zit?
G Liggen.
G In de tent.
(...)
V (…) hoe zit ’t dan met jouw kleren?
G Die doet die (…). [verdachte] gewoon de broek (…) omhoog en dan doet die hand d’r onder.
V En wat zei die dan precies tegen jou?
G (...) hou maar je mond hoor. Ga maar niet zeggen.
G Anders (...) gaat, gaat die in de gevangenis of zo.
V Ja. En hoe zei die dat dan?
G Heel erg zachtjes.
V En (...) hoe komt 't dat jij in die tent ben dan? Wie z'n idee is dat?
G Van hem.
V Vraagt hij dat dan, of zegt hij dat dan
G Ja.
G Dat zegt die.
(...).