Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juli 2019 in de zaak tussen
[eisers] , te [woonplaats] , eisers,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne, verweerder,
- [naam 1], vergunninghoudster, te Uden;
- [persoon], te Uden.
Procesverloop
Overwegingen
30 juli 2018 genoemde feiten of omstandigheden waren (op hoofdlijnen) reeds bekend. Voor zover de brief een meer gedetailleerde weergave daarvan is, heeft verweerder terecht gesteld dat die feiten en omstandigheden niet van aanmerkelijk belang waren voor het nemen van het besluit.
A.J.H. van der Donk, griffier. De uitspraak is in het openbaar geschied op 23 juli 2019.