In deze zaak heeft een investeerder in FC Den Bosch N.V. verzocht om verlof voor conservatoir beslag ten laste van de voetbalclub. De voorzieningenrechter heeft op 24 juli 2019 een mondelinge behandeling gehouden, waarbij beide partijen zijn opgeroepen. De verzoeker is niet ter zitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door mr. J. Goemans. De voetbalclub werd vertegenwoordigd door mr. D.J.J. Folgering en enkele andere betrokkenen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het geschil een internationaalrechtelijk karakter heeft, aangezien de verzoeker in Zwitserland woont en de voetbalclub in Nederland is gevestigd. De rechter heeft beoordeeld of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en welk recht van toepassing is. Het geschil betreft de verplichtingen die voortvloeien uit een Subordinated Loan Agreement (SLA) tussen partijen, waarbij Nederlands recht van toepassing is.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de vordering van de verzoeker summierlijk niet aannemelijk is en dat een belangenafweging aan toewijzing van het verzoek in de weg staat. De verzoeker heeft niet kunnen aantonen dat hij een vordering op de voetbalclub heeft, terwijl de voetbalclub wel een vordering op de verzoeker heeft. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en de verzoeker veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 922,00. De beschikking is gegeven door mr. E. Loesberg en is openbaar uitgesproken op 25 juli 2019.