Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
(13-14);
2.De feiten
23 mei 2019 is [gedaagden] uitgenodigd voor een informatieavond op 4 juni 2019.
3.De vordering en het verweer
uitsluitendbestemd is om te worden gebruikt als woonruimte. [gedaagden] heeft met de hennepdrogerij geen schade aangebracht, geen overlast veroorzaakt, geen elektra gestolen en niet in drugs gehandeld vanuit het gehuurde. [gedaagden] heeft goed voor de woning gezorgd en zich ten opzichte van omwonenden als goed huurder gedragen. Het gehuurde is ook niet in gebruik gegeven aan een ander. [gedaagden] heeft dus niet in strijd met de huurovereenkomst, het huurreglement, dan wel de wet gehandeld. Trudo heeft bovendien de mogelijkheid om een uitzondering te maken op haar zero tolerance beleid. De omstandigheden van het geval geven hiertoe aanleiding. Het gehuurde zal op korte termijn namelijk worden gesloopt. Er is om die reden ook geen spoedeisend belang aan de zijde van Trudo. Trudo had kunnen volstaan met een waarschuwing, zeker omdat de [gedaagde 1] al 42 jaar in het gehuurde woont en [gedaagde 2] al
31 jaar.
6 maanden na de datum van dit vonnis.
4.De beoordeling
uitsluitendbestemd is als woonruimte, en dat het huurreglement drugs niet expliciet verbiedt, doet hieraan niets af. Het behoeft geen toelichting dat het in geen geval is toegestaan een hennepdrogerij in een huurwoning in te richten. Het gehuurde is naar haar aard bestemd om uitsluitend als woonruimte te worden gebruikt.
De kosten aan de zijde van Trudo worden tot heden begroot op:
633,00