Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
25 april 2008 heeft vastgesteld. De verhuizing van [naam zoon] naar [woonplaats 1] is niet noodzakelijk en voor zover sprake is van noodzaak, geldt dat deze door de vrouw zelf is gecreëerd en reeds om die reden niet aan de man kan worden tegengeworpen. De verhuizing is niet doordacht, noch voorbereid. Tot voor kort zou de vrouw in [woonplaats 3] gaan wonen en wilde zij dat [naam zoon] in [woonplaats 2] naar school kon blijven gaan. De vrouw heeft ook geen enkel alternatief en geen enkele maatregel voorgesteld om de gevolgen voor de man te compenseren of te verzachten. De man streeft naar een zorgregeling waarbij hij meer zorgtaken heeft dan alleen tijdens een weekend per 14 dagen. Hij heeft hierover overleg gepleegd met zijn werkgever en kan zich flexibel genoeg opstellen. Vanwege een incident op Vaderdag met de nieuwe partner van de vrouw heeft de man contact opgenomen met de politie wat weer aanleiding was om Veilig Thuis in te schakelen. Veilig Thuis heeft partijen uitdrukkelijk geadviseerd de mediation voort te zetten, hun volwassen problematiek bij [naam zoon] weg te houden en zijn behoeften en wensen voorop te stellen. De vrouw is hiertoe niet in staat en wil [naam zoon] en de man voor voldongen feiten stellen. De man concludeert tot afwijzing van de vorderingen van de vrouw.
4.De beoordeling
inzijn belang is. De vrouw heeft onvoldoende aangevoerd om aan te kunnen nemen dat een verhuizing naar [woonplaats 1] thans het belang van [naam zoon] dient.