In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 27 augustus 2019 uitspraak gedaan over de bevoegdheid om kennis te nemen van beroepen tegen een omgevingsvergunning voor de bouw van een windturbinepark. De rechtbank constateert dat er geen gelijktijdige voorbereiding en bekendmaking heeft plaatsgevonden van de betrokken besluiten, wat in strijd is met de vereisten van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Het coördinatiebesluit van de gemeenteraad van 1 februari 2018 biedt geen grondslag voor besluitvorming, omdat het geen melding maakt van de noodzakelijke vergunningen en ontheffingen voor het windpark. Dit leidt tot een beperking van de rechtsbescherming voor betrokken partijen. De rechtbank oordeelt dat zij bevoegd is om de beroepen tegen het bestreden besluit te behandelen, aangezien het coördinatiebesluit niet voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan en zal de beroepen op 19 november 2019 behandelen.