Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 februari 2019
- het proces-verbaal van comparitie van 14 juni 2019.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘Zorg voor structurele voorlichting over veiligheid in het magazijn’. SPAR heeft in augustus 2012 deelgenomen aan het veiligheidstraject ‘Bewust Veilig’ van de Eigen Vervoerders Organisatie (EVO). Naar aanleiding van een in dat kader gehouden nulmeting, die een score van 81% gaf, heeft SPAR een aantal actiepunten uitgevoerd waarna de veiligheidsscore hoger, op 82%, uitkwam. Mede naar aanleiding van het advies uit de risico-inventarisatie en het traject ‘Bewust Veilig’ is veiligheid op de werkvloer sinds 2012, dus al voor inwerkingtreding van de overeenkomst, een vast agendapunt tijdens het werkoverleg bij SPAR. In januari 2016 vond er nog een werkoverleg plaats met alle medewerkers van Van Rooij waarbij gewezen is op het belang van veiligheid van alle medewerkers in het distributiecentrum. Gesteld noch gebleken is dat Van Rooij er door SPAR op enig moment, bijvoorbeeld naar aanleiding van het traject ‘Bewust Veilig’ of van bevindingen van personeel van SPAR op de werkvloer, op is gewezen dat haar aandacht voor veiligheid onvoldoende was of dat de reachtrucks door werknemers van Van Rooij werden gebruikt in strijd met geldende veiligheidsvoorschriften. Uit hetgeen ISZW heeft geconcludeerd over het veiligheidsbewustzijn van de werknemers van Van Rooij volgt niet dat sprake is van een tekortkoming van Van Rooij of van bewuste roekeloosheid van Van Rooij waaraan het ongeval is te wijten.
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)