Op 6 september 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden mr. B. Wallage en mr. A.C.M. Kusters, hebben bezwaar gemaakt tegen een evenementenvergunning die op 13 augustus 2019 door de burgemeester van Someren was verleend aan een motorcrossvereniging voor een evenement op 8 september 2019. De verzoekers hebben de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij vreesden voor schending van wet- en regelgeving door de vergunninghoudster. Daarnaast hebben zij handhavingsverzoeken ingediend bij de gemeente en de provincie, die zijn afgewezen of buiten behandeling zijn gesteld.
Tijdens de zitting op 6 september 2019 hebben de verzoekers hun beroep tegen het niet-tijdig beslissen op de handhavingsverzoeken ingetrokken, en de voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening met instemming van partijen behandeld. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken afgewezen, onder verwijzing naar de langdurige discussie rondom het circuit en de lopende juridische procedures. De voorzieningenrechter oordeelde dat de korte voorbereidingstijd en de gevolgen van het afgelasten van het evenement zwaarder wegen dan de belangen van de verzoekers. Bovendien werd geconcludeerd dat het niet aannemelijk is dat het evenement een significante toename van stikstofdepositie zou veroorzaken.
De uitspraak is gedaan door mr. J. Heijerman, in aanwezigheid van griffier mr. J.F.M. Emons, en is openbaar gemaakt op 6 september 2019. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.