Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 augustus 2019 met producties, genummerd 1 tot en met 5;
- de brief van mr. Brokking-van Alphen van 10 september 2019, ingekomen ter griffie van de rechtbank op 11 september 2019, tevens houdende aankondiging eis in reconventie met producties, genummerd 1 tot en met 4;
- de mondelinge behandeling ter zitting van 13 september 2019;
- de pleitnota van mr. De Bruijn;
- de pleitnota van mr. Brokking-van Alphen, tevens conclusie van antwoord, tevens conclusie van eis in reconventie;
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
Dat is idd jouw keuze om die kant op te gaan Maar [naam dochter] zal idd hier in [plaats] naar school blijven gaan”blijkt genoegzaam dat de man aan de verhuizing van de vrouw naar [woonplaats] de voorwaarde heeft gesteld dat [naam dochter] in [plaats] de basisschool zou gaan bezoeken. Uit de reactie van de vrouw
“Jaa zeker”blijkt vervolgens onmiskenbaar dat de vrouw met de voorwaarde van de man heeft ingestemd. Hierop hebben partijen op 28 oktober 2018 [naam dochter] ook daadwerkelijk ingeschreven op basisschool “ [naam school] ” te [plaats] .
“ [naam dochter] blijft idd gewoon in [plaats] op school”en op 18 maart 2019
“Ik maak er ook geen probleem van dat ik voor jou [naam dochter] in [plaats] na school laat gaan”Ter zitting heeft de vrouw overigens ook zelf verklaard dat toen zij aan de man aangaf dat zij zou gaan verhuizen, de man “moeilijk” deed over de school van [naam dochter] .
“Ik moest ook driekwartier fietsen of in een busje naar school (…) Is 40 min maar hè En ja dat heb ik voor jou over”