Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
KamerstukkenII 2013/14, 33 818, nr. 3 (MvT), p. 99).
medischegronden voor het al dan niet bestaan van benutbare (re-integratie)mogelijkheden bij [verweerster] behoort niet tot haar deskundigheid en zij is dus aangewezen op haar aangereikte medische rapportages. De kantonrechter neemt bij haar beoordeling van het voorliggende ontbindingsverzoek tot uitgangspunt dat als sprake is van een deskundigenoordeel dat voldoet aan de daaraan te stellen motiverings- en zorgvuldigheidseisen, daaraan in beginsel doorslaggevende betekenis toekomt. Het deskundigenoordeel is immers gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundige rapportage van een arts die gespecialiseerd is in het beoordelen van (bijvoorbeeld) de vraag of sprake is van benutbare (re-integratie- of arbeids)mogelijkheden.
ernstigverwijtbaar. Niet in geschil is dat [verweerster] gebukt gaat onder forse psychische klachten en een belastende thuissituatie. Van regelrechte onwil van [verweerster] om haar re-integratie te hervatten is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake. Niet in geschil is dat [verweerster] ook wel heeft geprobeerd om te hervatten. Dat [verweerster] zich niet in staat acht tot re-integratie zoals voorgesteld door Hago en ervaart dat zij ‘klem’ zit, is op zichzelf wel begrijpelijk, gezien ook het beschreven klachtenbeeld. Voor dit gevoel van [verweerster] zijn echter onvoldoende objectiveerbare feiten voorhanden. [verweerster] heeft in het licht van het oordeel van het verzekeringsarts van het UWV onvoldoende onderbouwd dat zij niet in staat kan worden geacht de door Hago aangeboden aangepaste werkzaamheden (3 keer één uur per week boventallige inzet) te verrichten. Dat zij bij pogingen dat werk uit te voeren een aantal maal onwel is geworden, maakt het voorgaande niet anders. Er is de keren dat [verweerster] onwel werd medisch onderzoek verricht en hierbij zijn geen medische oorzaken gevonden voor het onwel worden.
6.De beslissing
9 oktober 2019;
23 oktober 2019de arbeidsovereenkomsten met Asito in het geding te brengen en desgewenst schriftelijk toe te lichten dat bij het vaststellen van de hoogte van transitievergoeding moet worden uitgegaan van een datum indiensttreding van 22 augustus 2007;