Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte]
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De beoordeling van de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de officier van justitie.
Het standpunt van de verdediging.
De bewijsmiddelen.
De werkgever van [slachtoffer 1] .
degene jegens wie een ander krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling gehouden is tot het verrichten van arbeid, behalve indien die ander aan een derde ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van arbeid, welke die derde gewoonlijk doet verrichten.”
Feitelijke toedracht van het ongeval.
(vert: boven elkaar geplaatste rij)en plaatste op de betreffende bay
(vert: vak)drie containers naast elkaar. Na het plaatsen van de derde container werd [getuige 1] via controleur [getuige 2] op de hoogte gebracht dat een twistlock uit de buitenste container was gevallen waardoor de container niet goed stond. Hierop werd door [getuige 2] aan [getuige 1] de opdracht gegeven om de buitenste container op te tillen. De container werd aan één kant gelift omdat de andere kant van de container al vast stond aan de onderliggende container en daarmee het schip. Hierdoor ontstond tussen de bovenste en onderste container een opening. [slachtoffer 1] was op dat moment aanwezig nabij de gehesen container en verrichtte in het zicht van controleur [getuige 2] - die zich op dat moment op het schip bevond - enkele handelingen om de twistlock weer op zijn plaats te krijgen. [getuige 2] heeft verklaard dat zij [slachtoffer 1] vervolgens de opdracht heeft gegeven om op veilige afstand van de container te gaan staan. [slachtoffer 1] zou volgens de verklaring van [getuige 2] links in het gangpad zijn gaan staan en middels gebaren hebben gevraagd of hij daar goed stond. [getuige 2] heeft verklaard dat zij ‘thats’s oké’ heeft geroepen, waarna zij vanuit het schip naar de kade is gelopen. Uit camerabeelden is gebleken dat [slachtoffer 1] vervolgens in de ruimte tussen de containers klom en doorging met het verrichten van werkzaamheden. Enkele seconden later werd de container in opdracht van [getuige 2] door [getuige 1] teruggeplaatst terwijl [slachtoffer 1] zich nog steeds onder de opgetilde container bevond. Als gevolg van de beknelling liep [slachtoffer 1] dodelijk letsel op.
De ten laste gelegde verwijten.
De ten laste gelegde verwijten’is overwogen, werden de algemene veiligheidsinstructies voor los- en laadwerkzaamheden en in dat verband de concrete maatregelen voor het garanderen van de veiligheid van werknemers, niet of niet afdoende nageleefd. Bovendien ontbrak een afdoende overkoepelend toezicht. Zo was de kapitein van het schip en tevens eindverantwoordelijke ten tijde van het ongeval aan het rusten in zijn hut en was de wachtofficier [getuige 3] , die op het schip toezicht moest houden op de naleving van de veiligheidsregels, bezig met controlewerkzaamheden aangaande containers met gevaarlijke stoffen aan de achterzijde van het dek.
Opzet.
Medeplegen.
De conclusie.
De bewezenverklaring.
op 18 mei 2016 te Moerdijk tezamen en in vereniging met een ander als werkgever opzettelijk handelingen heeft nagelaten in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet of de daarop berustende bepalingen, terwijl daardoor, naar zij en haar mededader redelijkerwijs moesten weten, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van een of meer werknemers te weten [slachtoffer 1] ontstond of te verwachten was, immers
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
De oplegging van straf.
Voorwaardelijk verzoek verdediging.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
ten aanzien van feit 1:
ten aanzien van de onder 1 bewezen verklaarde feit:
geldboetevan
€ 85.000,-- (vijfentachtigduizend euro).