Op 6 december 2019 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling en vernieling. De zaak was aanhangig gemaakt na een incident op 10 september 2018 te Boxtel, waarbij de verdachte de aangever, [slachtoffer], in zijn gezicht heeft geslagen en zijn telefoon heeft vernield. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie in zijn vervolging kon worden ontvangen. Tijdens de zitting op 22 november 2019 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De rechtbank oordeelde dat de aangifte van de aangever betrouwbaar was, ondersteund door getuigenverklaringen en medische rapporten. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van openlijke geweldpleging, maar de subsidiaire tenlastelegging van mishandeling en de vernieling van de telefoon zijn wettig en overtuigend bewezen verklaard. De rechtbank legde een taakstraf op van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, en een schadevergoeding van € 1.314,34 aan de benadeelde partij, [slachtoffer]. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling gelast, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan strafbare feiten.