Bij e-mail van 1 maart 2016 heeft mr. Bökkerink onder meer het volgende aan Van Lanschot medegedeeld:
‘Zoals bij u bekend is op 18 december 2015 ten laste van de vereniging Focwa Schadeherstel, hierna “cliënte’, beslag gelegd onder de door cliënte gehouden rekeningen bij Van Lanschot.
Op 15 januari 2016 is door Van Lanschot een derdenverklaring aan de deurwaarder Jongejan Wisseborn verzonden. Op grond van artikel 477 Rv is Van Lanschot vervolgens verplicht het beslagen bedrag door te storten aan de deurwaarder. Dit wordt dan ook bevestigd in de brief van de deurwaarder d.d. 20 januari 2016 waarin de gegevens van de bankrekening waar het beslagen bedrag naar moet worden overgeboekt zijn opgenomen.
Nadien is er blijkbaar tussen Van Lanschot en de deurwaarder een discussie ontstaan over het antwoord op de vraag wie de kosten voor het openbreken moet dragen. Naar mijn mening zullen deze kosten in beginsel voor rekening van cliënte komen en kan zij eventueel deze kosten op de beslagleggers verhalen
Van mr. Honig begreep ik dat de deurwaarder uiteindelijk de opdracht heeft gegeven het deposito open te breken. Later heeft de deurwaarder klaarblijkelijk koudwatervrees gekregen waardoor de deurwaarder heeft geïnformeerd of het deposito nog kan worden gesloten. Van Lanschot heeft aangegeven dat dat niet mogelijk is en aan de deurwaarder de vraag gesteld welk bedrag moet worden doorgestort (het beslagen bedrag inclusief rente en executiekosten). De deurwaarder heeft tot op heden geen antwoord gegeven op deze vraag.
Er is echter geen reden voor Van Lanschot om het antwoord op deze vraag af te wachten De instructie om te betalen is gegeven bij brief d.d. 20 januari 2016 en er is een opdracht tot openbreken van het deposito gegeven. Daarbij gaat het om executoriaal beslag teneinde een vonnis te executeren. Voor de deurwaarder is er geen weg terug na het leggen van executoriaal beslag. De deurwaarder zal geen schade op Van Lanschot kunnen verhalen. Er wordt immers geen schade geleden en Van Lanschot is simpelweg ex artikel 477 Rv
verplicht om het beslagen bedrag door te storten.
Cliënte heeft er thans belang bij dat het beslagen bedrag wordt overgeboekt. Door de impasse tussen Van Lanschot en de deurwaarder, die inmiddels al enkele weken voortduurt, lijdt cliënte namelijk aanzienlijke schade, welke er onder meer uit bestaat dat — ingeval het bedrag niet wordt doorbetaald — het volledige tegoed van cliënte beslagen blijft. Cliënte is ook de cliënte van Van Lanschot en zij vraagt zich af of Van Lanschot — nog even afgezien van de op Van Lanschot rustende wettelijke plicht om door te storten — het verzoek van cliënte om door te storten, nu cliënte haar maatregelen getroffen heeft, naast zich neer kan leggen.
Namens cliënte verzoek ik u dan ook het beslagen bedrag (zekerheidshalve begroot op € 2.225.000,00) door te storten aan de deurwaarder en ons minimaal een dag van te voren op de hoogte te stellen wanneer het bedrag wordt overgemaakt en naar welke rekening. Graag verneem ik uiterlijk woensdag 2 maart 2016 voor 12:00 uur van u wanneer Van Lanschot het beslagen bedrag zal voldoen.’