ECLI:NL:RBOBR:2019:7750

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2019
Publicatiedatum
30 januari 2020
Zaaknummer
C-01-353346 - KG ZA 19-760
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad en onderhoudsplicht van de gemeente met betrekking tot de Kromvensedijk

In deze zaak vorderden eisers, [eiser 1] en [eiseres 2], dat de gemeente Oirschot zou worden bevolen om de Kromvensedijk zodanig te herstellen en te onderhouden dat hun woning bereikbaar blijft. De Kromvensedijk, een zandweg in een bosrijke omgeving, was door weersomstandigheden en intensief gebruik in slechte staat geraakt, waardoor de woning van eisers moeilijk bereikbaar was. De gemeente had echter al diverse onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd en had toegezegd om rijplaten te leggen om de begaanbaarheid te verbeteren. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente niet onrechtmatig had gehandeld, omdat zij voldoende invulling had gegeven aan haar onderhoudsplicht. De vorderingen van eisers werden afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/353346 / KG ZA 19-760
Vonnis in kort geding van 20 december 2019
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[eiseres 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
eisers,
advocaat mr. T.F.M. Wijgergans te Eindhoven,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE OIRSCHOT,
zetelend te Oirschot,
gedaagde,
advocaat mr. M.B.J. Thijssen te Nijmegen.
Partijen zullen hierna [eisers] en de gemeente genoemd worden. Waar nodig worden eisers afzonderlijk [eiser 1] en [eiseres 2] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop blijkt uit:
  • de dagvaarding van 6 december 2019 met 11 producties
  • de brief van mr. Thijssen van 10 december 2019 met 12 producties
  • de brief van mr. Wijgergans van 11 december 2019 met aanvullende producties 12 tot en met 14
  • de mondelinge behandeling op 12 december 2019
  • de pleitnota van [eisers]
  • de pleitnota van de gemeente.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op 20 december 2019.

2.De feiten

2.1.
[eiser 1] is eigenaar van het perceel kadastraal bekend gemeente [woonplaats 3] , [sectienummer] , plaatselijk bekend [adres] . Het perceel is gelegen in een bos- en natuurrijke omgeving, direct grenzend aan het natuurgebied de Kromvense Heide. Op het perceel rust de bestemming wonen.
2.2.
Tot het begin van 2019 bevond zich op het perceel een oude vrijstaande bungalow, die al enkele jaren onbewoond was. De woning is in opdracht van [eisers] verbouwd en uitgebreid. Voor de verbouwing van de woning is een bouwergunning verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot. De bouwwerkzaamheden zijn in augustus 2019 afgerond en de woning wordt sindsdien bewoond door [eiseres 2] . [eiser 1] zal de woning per 1 januari 2020 mede gaan bewonen.
2.3.
De woning van [eisers] is bereikbaar via de Kromvensedijk. De Kromvensedijk is ingericht als (openbaar) zandpad. Het eerste gedeelte van het zandpad, over ongeveer een lengte van 100 meter, is vermengd met gebroken puin. Daarna bestaat de weg uitsluitend uit zand. Na ongeveer 300 meter, gemeten vanuit de Westelbeersedijk, maakt de Kromvensedijk een scherpe bocht naar links in de richting van de woning van [eisers]
2.4.
De Kromvensedijk heeft op grond van het geldende bestemmingsplan deels de bestemming natuur en deels de bestemming “verkeer” met de functieaanduiding “specifieke vorm van verkeer - onverharde weg”. Het verharden van de Kromvensedijk is slechts toegestaan met een vergunning van burgemeester en wethouders.
2.5.
Aan de Kromvensedijk is nog een andere woning gelegen ( [huisnummer] ). Dit is een recreatiewoning, die niet permanent wordt bewoond.
2.6.
Op 22 maart 2019 heeft er een inspectie plaatsgevonden ter plaatse van de Kromvensedijk, waarbij aanwezig waren [eiser 1] en de door hem ingeschakelde architect, de heer [naam 1] , alsmede de heer [naam 2] en de heer [naam 3] van de gemeente. Door de gemeente is een verslag opgemaakt van de staat van de Kromvensedijk en de verbeterpunten. De gemeente heeft vervolgens diverse onderhoudswerkzaamheden aan de Kromvensedijk verricht. Zo is de bovenste laag van de Kromvensedijk vervangen, zijn gaten gevuld en is de weg in een tonrond profiel gebracht.
2.7.
De gemeente heeft na uitvoering van de werkzaamheden op 1 april 2019 geconstateerd dat het eerste gedeelte van de Kromvensedijk zich goed heeft gezet, maar dat het laatste gedeelte, net voor de scherpe bocht naar de woning van [eisers] problematisch is gebleven.
2.8.
In juli 2019, na afronding van de verbouwingswerkzaamheden aan de woning, heeft de gemeente de Kromvensedijk opnieuw rechtgetrokken. Dit heeft, voor het laatste gedeelte van de Kromvensedijk, maar tijdelijk tot een oplossing geleid. In september was sprake van ernstige spoorvorming, kuilen en grote plassen water en modder.
2.9.
Op 9 oktober 2019 heeft, naar aanleiding van klachten van [eisers] , een bespreking plaatsgevonden op het gemeentehuis met de burgemeester en de jurist van de gemeente over de staat van de Kromvensedijk.
2.10.
Bij brief van 17 oktober 2019 heeft de advocaat van [eisers] de gemeente gesommeerd om binnen drie weken een structurele oplossing door te voeren om de begaanbaarheid van de Kromvensedijk en de goede bereikbaarheid van de woning van [eisers] , ook in zeer natte en zeer droge perioden te garanderen. [eisers] hebben daarbij tevens aangegeven dat zij wensen dat er een (half)verharding op de weg wordt aangebracht.
2.11.
De gemeente heeft naar aanleiding van deze brief op 24 oktober 2019 de staat van de Kromvensedijk laten opnemen door de heren [naam 2] en [naam 3] van de gemeente, in aanwezigheid van [eiser 1] en de heer [naam 1] . De gemeente heeft daarbij geconstateerd dat de Kromvensedijk zich plaatselijk in een zeer slechte toestand bevond. Namens de gemeente is toegezegd dat zij de vettige humus/zwarte grond tot circa 40 centimeter zou verwijderen en een “tonrond profiel” zou aanbrengen, zodat het water naar de randen van de Kromvensedijk zou aflopen. Deze werkzaamheden zijn ook daadwerkelijk uitgevoerd.
2.12.
Bij e-mailbericht van 13 november 2019 hebben [eisers] een offerte van [naam bedrijf] aan de gemeente doorgestuurd. Dit bedrijf zou door toevoeging van een bepaald bindmiddel ervoor kunnen zorgen dat het zandpad structureel goed begaanbaar wordt.
2.13.
Op 15 november 2019 zijn wederom in opdracht van de gemeente werkzaamheden uitgevoerd aan de Kromvensedijk. Er is toen zwart zand afgevoerd en geel zand gestort en de weg is weer in tonrond profiel gebracht. Daarnaast heeft de gemeente het tweede deel van de weg verdicht.
2.14.
Op 2 december 2019 heeft de advocaat van [eisers] de gemeente bericht dat de Kromvensedijk weer slecht begaanbaar was.
2.15.
Bij e-mailbericht van 4 december 2019 heeft de advocaat van de gemeente aan [eisers] laten weten dat de weg nog deze week zal worden geschaafd en geëgaliseerd. Voorts heeft zij bericht dat de gemeente bereid is om te zoeken naar mogelijkheden om de staat van de Kromvensedijk te verbeteren en in dat kader op korte termijn te onderzoeken of het toevoegen van een toeslagstof aan de weg daarvoor in aanmerking kan komen. Verder heeft de gemeente medegedeeld dat zij een offerte heeft opgevraagd van de kosten om (een deel van) de Kromvensedijk de komende drie maanden van rijplaten te voorzien.
2.16.
Op 5 december 2019 zijn de herstelwerkzaamheden aan de Kromvensedijk voortgezet, waarna de Kromvensedijk weer begaanbaar was.
2.17.
Op 9 december 2019 heeft de gemeente geconstateerd dat de herstelwerkzaamheden teniet zijn gedaan door intensief gebruik van de Kromvensedijk in combinatie met het feit dat de weg zich als gevolg van de weersomstandigheden nog niet heeft kunnen zetten.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vorderen samengevat - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad de gemeente te bevelen met onmiddellijke ingang het onrechtmatige handelen, althans nalaten, zoals bedoeld in het lichaam van de dagvaarding jegens [eisers] te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder door de gemeente te bevelen de Kromvensedijk zodanig te herstellen en te onderhouden, en - indien dat noodzakelijk is - een tijdelijke oplossing te realiseren, zodat de woning van [eisers] met onmiddellijke ingang bereikbaar is en in de toekomst bereikbaar blijft, zowel te voet, als per fiets en met gemotoriseerde voertuigen, op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van de gemeente in de kosten van deze procedure.
3.2.
Zij leggen daaraan ten grondslag dat de gemeente tekort is geschoten in de nakoming van haar wettelijke zorg- en onderhoudsplicht door de Kromvensedijk niet deugdelijk in te richten en te onderhouden. De gemeente handelt hierdoor onrechtmatig jegens [eisers] De Kromvensedijk is thans - zeker na enige regenval - onbegaanbaar per fiets en gemotoriseerde voertuigen. De afvalinzamelaar is niet in staat om de afvalcontainer bij de woning van [eisers] te legen, zodat deze door [eisers] met een verreiker naar de Westelbeersedijk moet worden getakeld. Daarnaast is de woning niet bereikbaar voor hulpdiensten. Nu de gemeente niet in staat is gebleken een (structurele) oplossing te vinden voor de inrichting en het onderhoud van de Kromvensedijk en de weg thans onbegaanbaar is, hebben [eisers] een spoedeisend belang bij de door hen gevraagde voorziening, op straffe van verbeurte van een dwangsom.
3.3.
De gemeente voert verweer.

4.De beoordeling

4.1.
De Kromvensedijk is een openbare, niet op de wegenlegger vermelde, weg. Op grond van de artikelen 15 en 16 van de Wegenwet is de gemeente onderhoudsplichtig en dient zij ervoor te zorgen dat de weg in een goede staat verkeert.
4.2.
De op de gemeente rustende onderhoudsverplichting houdt geen garantie in dat iedere openbare weg in een perfecte staat van onderhoud verkeert en altijd toegankelijk is, behoudens bij absolute overmacht. Evenmin kan aan die onderhoudsverplichting de verwachting worden ontleend dat de wegbeheerder voor elke type weg dezelfde normen zal moeten hanteren. De wegbeheerder mag juist differentiëren in het te plegen onderhoud al naar gelang de functie die een weg heeft. Hiermee dient de weggebruiker ook rekening te houden, in die zin dat de weggebruiker aan een snelweg hogere eisen mag stellen dan aan een dorpsweggetje, en daaraan weer hogere eisen mag stellen dan aan een zandpad.
4.3.
Van de wegbeheerder mag in het algemeen worden verlangd dat de weg niet in een staat van onderhoud verkeert die beneden het niveau ligt dat voor een weg als waarom het gaat, van het betreffende overheidslichaam kan worden geëist (vgl. de parlementaire geschiedenis boek 6, p. 1394). Voorts mag van de wegbeheerder worden verlangd dat hij adequaat optreedt tegen hem bekende gevaarlijke situaties.
4.4.
Bij de onderhoudsverplichting voor een zandweg spelen de omgeving van die zandweg, de mate waarin van die weg gebruik wordt gemaakt en het verwachtingspatroon dat de weggebruiker heeft ten aanzien van de hoedanigheid van die weg een rol. Hierop dient het gepleegde onderhoud te zijn afgestemd.
4.5.
In dit geval gaat het om een zandweg buiten de bebouwde kom, gelegen in een bosgebied, waaraan twee woningen zijn gelegen (waarvan één slechts als recreatiewoning in gebruik is) en die verder dienst doet ter ontsluiting van het aanliggende bosgebied. Het feit dat het perceel van [eisers] (positief) bestemd is voor wonen, brengt mee dat de woning van [eisers] bereikbaar moet zijn te voet, per fiets, motorvoertuigen, af en toe zwaarder verkeer van onder andere de afvalophaaldienst, voor de dienstdoende postbode en voor hulpdiensten. De onderhoudsverplichting van de gemeente van de Kromvensedijk gaat zeker niet zover dat de woning van [eisers] zeven dagen in de week en 24 uur per dag bereikbaar moet zijn voor zware voertuigen. Gelet op de aard van de weg (zandweg) zal geaccepteerd moeten worden dat er perioden zijn dat de woning, vanwege weersomstandigheden, wel per motorvoertuig bereikbaar is maar minder goed per fiets.
4.6.
[eisers] zijn welbewust aan een zandweg in bos- en natuurrijke omgeving gaan wonen. Dit betekent dat zij de inherente minpunten van een dergelijke weg ten opzichte van een klinkerweg of een geasfalteerde weg in beginsel voor lief hebben te nemen. De gemeente heeft ter zitting toegelicht dat de Kromvensedijk (deels) de bestemming natuur heeft en dat, zonder vergunning van burgemeester en wethouders, het aanleggen van verharde wegen en het verharden van zandpaden op grond van het bestemmingsplan niet is toegestaan. De gemeente voert het beleid om zandwegen in natuurgebied zoveel mogelijk te behouden. De voorzieningenrechter vindt het voorshands aannemelijk dat dit beleid van de gemeente de redelijkheidstoets kan doorstaan. Voor zover [eisers] met hun vordering beogen de gemeente te verplichten puinverharding aan te brengen in de weg, strandt die vordering op het voorgaande.
4.7.
Verder is van belang dat ter zitting duidelijk is geworden, hetgeen door [eisers] ook is erkend, dat het eerste (onverharde) gedeelte van de Kromvensedijk (ongeveer tot aan de scherpe bocht naar links richting de woning van [eisers] ) na interventie van de gemeente goed begaanbaar is. Het is derhalve, ook over een zandpad, mogelijk (te maken) om de woning van [eisers] op een deugdelijke wijze te bereiken.
4.8.
Het enkele feit dat de Kromvensedijk het afgelopen jaar van tijd tot tijd zeer slecht begaanbaar is geweest, is op zich onvoldoende om een tekortschieten van de gemeente als wegbeheerder aan te nemen. Vast staat dat de gemeente het afgelopen jaar regelmatig (regulier) onderhoud aan de zandweg heeft gepleegd en ook staat vast dat zij naar aanleiding van de klachten van [eisers] meerdere malen extra onderhoud en herstelwerkzaamheden heeft verricht. De stelling dat de gemeente haar onderhoudsplicht heeft verzaakt, onderschrijft de voorzieningenrechter niet.
4.9.
Dat het onderhoud en de herstelwerkzaamheden van de gemeente voor het laatste gedeelte van de Kromvensedijk (net voor de bocht naar links naar de woning van [eisers] ) tot dusver niet het gewenste resultaat heeft gehad, heeft mede zijn oorzaak in de weersituatie (de vele regenval in de laatste maanden) en de intensivering van het gebruik van de weg sinds [eiser 1] eigenaar is van het betreffende perceel. Vanaf begin 2019 is het aantal verkeersbewegingen naar de Kromvensedijk 4 in belangrijke mate toegenomen ten opzichte van de daarvoor gelegen periode en ook de verbouwing van de woning heeft geleid tot (veel) meer (zwaar) verkeer. Verder heeft de voorzieningenrechter de stellige indruk gekregen dat er inmiddels een vicieuze cirkel is ontstaan. De slechte staat van het hier besproken weggedeelte brengt [eiser 1] geregeld tot de inzet van een verreiker en een minitractor om de bereikbaarheid van zijn perceel te waarborgen. Die inzet draagt er vervolgens aan bij dat de herstelwerkzaamheden van de gemeente geen of minder effect hebben, omdat de weg mede daardoor onvoldoende kans krijgt zich te zetten.
4.10.
De gemeente heeft inmiddels, toen bleek dat de klachten in ieder geval voor het laatste gedeelte van de Kromvensedijk persisteerden, de beslissing genomen om op dat gedeelte van de Kromvensedijk voor de komende (winter)maanden rijplaten te leggen. Ter zitting heeft de gemeente toegezegd dat de rijplaten op maandag 16 december 2019 daadwerkelijk zullen worden gelegd en dat er periodiek zal worden geïnspecteerd of de platen nog goed te berijden zijn. De gemeente wil daarnaast onderzoeken of de door [eisers] voorgestelde toeslagstof (bij wijze van bindmiddel) van [naam bedrijf] op een verantwoorde manier kan bijdragen aan een structurelere verbetering van de weg. Voor verbetering van de weg met toepassing van het [naam bedrijf] product is op grond van het geldende bestemmingsplan een besluit van het college van burgemeester en wethouders nodig. De gemeente wil voor dat ze daar een besluit over neemt nader onderzoek verrichten naar de effecten van deze toevoeging aan een zandweg in een natuurgebied. Verder wil zij nader in kaart brengen wat de kosten zullen zijn als de gemeente besluit om dit bindmiddel toe te passen op zandwegen in de hele gemeente. Gelet op de belangen en gevoelens die spelen bij de toevoeging van een stof aan een zandweg in een natuurgebied, acht de voorzieningenrechter het alleszins gerechtvaardigd dat de gemeente eerst deugdelijk onderzoek naar de effecten daarvan wenst te verrichten. Dit lijkt de voorzieningenrechter ook in het belang van [eisers] De gemeente heeft ter zitting toegezegd dat over drie maanden duidelijk zal zijn of zij het [naam bedrijf] product een deugdelijke oplossing acht voor verbetering van de weg.
4.11.
Op grond van het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat voorshands niet kan worden aangenomen dat de gemeente onrechtmatig jegens [eisers] heeft gehandeld. De gemeente heeft mede door het treffen van een (spoed)voorziening (het laten leggen van rijplaten, waardoor de Kromvensedijk op korte termijn weer begaanbaar is) in combinatie met het gelijktijdig starten van onderzoek naar de mogelijkheden voor een meer structurele oplossing, in voldoende mate invulling gegeven aan haar onderhoudsplicht als wegbeheerder. Daarop dient de vordering van [eisers] reeds te stranden.
4.12.
Mocht blijken dat de gemeente tot de conclusie komt dat het [naam bedrijf] product geen verantwoorde oplossing is voor het (structureel) begaanbaar maken van de Kromvensedijk, dan heeft te gelden dat de gemeente, als wegbeheerder, ervoor zorg dient te dragen dat de Kromvensedijk minimaal voor basaal gebruik geschikt is en blijft. Hieronder verstaat de voorzieningenrechter dat het mogelijk moet zijn om de woning van [eisers] ook in nattere en drogere perioden te bereiken te voet, per fiets, motorvoertuigen, af en toe zwaar verkeer van onder andere de afvalophaaldienst, voor de dienstdoende postbode en voor hulpdiensten. Onvoldoende aannemelijk is geworden dat de gemeente zich niet aan deze op haar rustende verplichting als wegbeheerder zal houden.
4.13.
In de omstandigheid dat de gemeente eerst ter zitting heeft toegezegd dat er maandag 16 december 2019 rijplaten zullen worden gelegd op het laatste gedeelte van de Kromvensedijk ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2019.