Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 juli 2018
- het proces-verbaal van comparitie van 22 november 2018.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak vordert de eigenaar van een woning, hierna aangeduid als [eiser], een verklaring voor recht dat hij aan Enexis Netbeheer B.V. geen bedrag verschuldigd is, en verzoekt hij om terugbetaling van een schadevergoeding van € 29.450,31 die hij aan Enexis heeft betaald. Deze schadevergoeding is gebaseerd op de illegale afname van elektriciteit door een hennepkwekerij die in de woning is aangetroffen. De eigenaar stelt dat er maximaal één eerdere teelt kan zijn geweest, omdat hij negen maanden voor de ontdekking van de hennepkwekerij nog in de woning was en toen geen verdachte situatie heeft aangetroffen. Hij betwist de hoogte van de schade en doet een bewijsaanbod.
De rechtbank overweegt dat de bewijslast op de eiser rust, conform artikel 150 Rv. Het bewijsaanbod van de eiser wordt gepasseerd, omdat zijn stellingen niet voldoende onderbouwen dat er slechts één eerdere teelt kan zijn geweest. De rechtbank concludeert dat de eiser tekort is geschoten in zijn zorgplicht ten aanzien van de elektriciteitsaansluiting en dat hij aansprakelijk is voor de schade die Enexis heeft geleden. De vordering van de eiser wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door mr. E.J.C. Adang op 9 januari 2019.