Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Procesverloop
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 30 januari 2020;
Rechtbank Oost-Brabant
Op 19 februari 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats]. De officier van justitie had op 31 januari 2020 verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, naar aanleiding van een psychische stoornis, specifiek een manische decompensatie van een bipolaire stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan deze stoornis, wat leidt tot een aanzienlijk risico op ernstig nadeel, waaronder maatschappelijke teloorgang en ernstige psychische schade. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 februari 2020 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de psychiater en de verpleegkundig specialist, die bevestigden dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat betrokkene tijdens decompensaties niet in staat is om voor zichzelf te zorgen en niet bereid is om zorg te accepteren. De voorgestelde zorg omvat onder andere het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het uitoefenen van toezicht. De rechtbank concludeerde dat de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden verleend kan worden, tot en met 19 augustus 2020, en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De beschikking is gegeven door mr. J.W. Brunt en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.