ECLI:NL:RBOBR:2020:1091
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot rechterlijke machtiging voor onvrijwillige opname en verblijf van psychogeriatrische cliënt
Op 20 februari 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) om een rechterlijke machtiging tot onvrijwillige opname en verblijf van een cliënt. Het verzoek was ingediend op basis van de Wet zorg en dwang (Wzd), specifiek artikel 24 e.v., en was gericht op het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het CIZ bij het indienen van het verzoek geen medische verklaring heeft overgelegd die voldoet aan de eisen van de Wzd.
De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat voor het verlenen van een machtiging, het noodzakelijk is dat er een onafhankelijke arts de cliënt heeft onderzocht en een verklaring heeft afgegeven die aantoont dat er sprake is van een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap, en dat dit leidt tot ernstig nadeel. De rechtbank oordeelde dat de overgelegde brief van de psychiater en de sociaal psychiatrisch verpleegkundige niet kan worden aangemerkt als een geldige verklaring, omdat deze niet voldeed aan de vereisten van de Wzd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van het CIZ afgewezen, omdat niet was voldaan aan de wettelijke vereisten. De beschikking is uitgesproken door rechter M. Lammers in het openbaar, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.