ECLI:NL:RBOBR:2020:161

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
10 januari 2020
Publicatiedatum
14 januari 2020
Zaaknummer
c/01/354426 / FA RK 20-47
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 10 januari 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven betreffende de machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel. Dit volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 8 januari 2020, om de op 7 januari 2020 opgelegde crisismaatregel te verlengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, met name het risico op levensgevaar. Dit gevaar is gerelateerd aan een psychische stoornis, een eetstoornis en een autistiforme stoornis. De rechtbank oordeelt dat de noodzakelijke zorg niet kan worden afgewacht en dat de betrokkene zich verzet tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar, waardoor de rechtbank heeft besloten de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen. Deze machtiging is geldig tot en met 31 januari 2020. De beschikking is in het openbaar uitgesproken door rechter J.W. Brunt, en de beslissing is op schrift gesteld op 13 januari 2020.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/354426 / FA RK 20-47
Uitspraak : 10 januari 2020
Beschikking betreffende een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel
van de rechtbank Oost-Brabant naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [plaats] aan de [adres] ,
verblijvende in [instelling] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. E.V.T.E. van der Woning
Procesverloop

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 8 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 7 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 7 januari 2020;
  • de medische verklaring d.d. 7 januari 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvggz;
  • de aanvraag relevante politiegegevens;
  • het bericht dat er geen relevante strafvorderlijke en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 januari 2020, in [instelling] .
1.3
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat mr. E.V.T.E. van der Woning;
- psychiater [naam] .

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name gelegen in levensgevaar. Daarnaast bestaat er een aanzienlijk risico op ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing en ernstig verstoorde ontwikkeling. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, een eetstoornis en een autistiforme stoornis. Indien de betrokkene de instelling verlaat, bestaat een aanzienlijke kans dat zij een einde aan haar leven maakt. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. Het gaat hierbij om:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen en
  • het opnemen van betrokkene in een accommodatie.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. In overleg met betrokkene is geprobeerd om haar op vrijwillige basis in de instelling te laten verblijven. Dit is echter niet haalbaar gebleken, omdat betrokkene toen via het buitenhek de instelling probeerde te verlaten. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.3
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
(artikel 3:3 Wvggz). Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.4
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.
Beslissing:
De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] ,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 31 januari 2020.
Deze beschikking is op 10 januari 2020 in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken door mr. J.W. Brunt, rechter, waarna de beslissing op 13 januari 2020 op schrift is gesteld.
Conc: LdW
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.