Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 maart 2020 met 19 producties
- de brief van mr. Martens van 3 april 2020 met 16 producties en een voorwaardelijke eis in reconventie
- de brief van mr. Ebisch van 2 april 2020 met aanvullende productie 20
- de mondelinge behandeling via een skype verbinding op 6 april 2020
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
10.1 Indien een der partijen, na in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen nalatig blijft in de nakoming van zijn uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, zal deze overeenkomst van rechtswege zonder rechterlijke tussenkomst ontbonden zijn, tenzij de wederpartij alsnog uitvoering van de overeenkomst verlangt.
3.Het geschil in conventie
primair:[eiser] te machtigen om met onmiddellijke ingang namens [gedaagde] opdracht te geven aan een notaris of deurwaarder om de inschrijving van de koopovereenkomst van 14 februari 2020 in de openbare registers betreffende het registergoed, [adres 4] , kadastraal bekend gemeente [kadastraal nummer] , door te (laten) halen c.q. uit te (laten) schrijven,
primair:veroordeling van [gedaagde] in de reële proceskosten