Op 17 april 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven inzake een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met een psychogeriatrische aandoening, in dit geval Alzheimer dementie. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) had op 25 februari 2020 een verzoek ingediend voor een machtiging voor de duur van zes maanden, omdat de cliënt intensieve begeleiding en ondersteuning nodig heeft. De advocaat van de cliënt, mr. A.J.W.C. Scholte-van de Ven, voerde aan dat opname in een verpleeginstelling een verhoogd risico op besmetting met het coronavirus met zich meebracht. De rechtbank oordeelde echter dat het risico in de thuissituatie minstens even groot was, gezien de dagelijkse bezoeken van familie en thuiszorgmedewerkers.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 april 2020, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, werd vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening die leidt tot ernstig nadeel. De cliënt heeft 24 uur per dag intensieve begeleiding nodig en vertoont gedrag dat gevaarlijk kan zijn voor zichzelf. De rechtbank concludeerde dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat de opname in de verpleeginstelling noodzakelijk is. De rechtbank verleende de machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden, tot en met 8 oktober 2020.
De beschikking werd openbaar uitgesproken door mr. M.A. Smits, rechter en kinderrechter, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.