ECLI:NL:RBOBR:2020:2306

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
17 april 2020
Publicatiedatum
21 april 2020
Zaaknummer
C/01/357077 / FA RK 20-1386
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 17 april 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 1 april 2020 een verzoek ingediend voor het verlenen van verplichte zorg aan betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De mondelinge behandeling vond telefonisch plaats in verband met de coronamaatregelen. Tijdens deze behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de behandelend arts en een verpleegkundige.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstig nadeel voor betrokkene en anderen, waaronder het risico op ernstig lichamelijk letsel en levensgevaar. Betrokkene vertoonde agressief gedrag en had zorg nodig om zijn gezondheid te stabiliseren. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was. De behandelend arts gaf aan dat betrokkene in de afgelopen week was opgeknapt, maar dat hij nog enkele weken zorg nodig had.

De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van maximaal zes maanden, tot en met 17 oktober 2020, en bepaalde dat de maatregelen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, konden worden getroffen. De beschikking werd openbaar uitgesproken door rechter M.A. Smits in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/357077 / FA RK 20-1386
Uitspraak : 17 april 2020

Beschikking betreffende een machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

van de rechtbank Oost-Brabant naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats en adres] ,
verblijvende in [instelling] ;
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.P. Duijn.

Het procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 april 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een machtiging tot het verlenen van verplichte zorg.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur;
  • de medische verklaring van 26 maart 2020;
  • het zorgplan;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens voor betrokkene zijn en een uittreksel justitiële documentatie;
  • gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en de Wvggz.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 april 2020. In verband met de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van het coronavirus heeft dit (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch plaatsgevonden vanuit het gerechtsgebouw in ’s-Hertogenbosch.
Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen telefonisch gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. R.P. Duijn;
  • [naam] , arts in opleiding tot specialist psychiatrie (AIOS psychiatrie);
  • [naam] , verpleegkundige.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, heeft de officier van justitie niet aan de mondelinge behandeling deelgenomen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en wat tijdens de mondeling behandeling is besproken, is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel en levensgevaar voor anderen. Daarnaast bestaat het aanzienlijk risico op maatschappelijke teloorgang en is de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar. Tijdens een psychotische decompensatie is betrokkene agressief naar materiaal en dreigend agressief naar personen.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag van betrokkene dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een acuut psychotisch beeld, waarschijnlijk in het kader van een bipolaire stoornis, maar mogelijk ook in het kader van schizofrenie.
Betrokkene heeft zorg nodig om het ernstig nadeel en een crisissituatie af te wenden, zijn fysieke gezondheid de herstellen en zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren en dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft een ambivalente houding ten opzichte van zorg. De behandelaar heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat zij onvoldoende er vertrouwen in heeft dat betrokkene vrijwillig zijn medicatie zal blijven innemen. Bovendien heeft betrokkene verklaard dat hij hersteld is en dat het niet nodig is dat hij langer in de accommodatie verblijft. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De AIOS psychiatrie heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat betrokkene in de afgelopen week flink is opgeknapt. De medicatie slaat aan en daardoor is zijn psychiatrische toestand stabieler geworden. De AIOS psychiatrie denkt dat de betrokkene nog enkele weken tot maximaal twee maanden nodig heeft om stabiel genoeg te worden om naar huis te gaan. Daarom zal de rechtbank het beperken van de bewegingsvrijheid, het insluiten en het opnemen in de accommodatie toewijzen voor de duur van maximaal twee maanden.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden en geldt dus tot en met 17 oktober 2020.

De beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van bewegingsvrijheid, tot uiterlijk 17 juni 2020;
  • insluiten, tot uiterlijk 17 juni 2020;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • opnemen in een accommodatie, tot uiterlijk 17 juni 2020;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 oktober 2020;
wijst het anders of meer verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2020 in aanwezigheid van de griffier.
Conc: LdW
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.