Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
2.De vordering en het verweer
3.De beoordeling
Beste Marco,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak vordert Merk Echt B.V. van B.C.M. Stark B.V. betaling van een openstaand bedrag van € 556,60, vermeerderd met contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten. Merk Echt heeft in opdracht van Stark 17 modellen van speeltoestellen gedeponeerd, maar Stark heeft een factuur van 11 januari 2019 niet voldaan. Stark voert als verweer aan dat Merk Echt tekort is geschoten in haar verplichtingen door onduidelijke instructies te geven over de aan te leveren bestanden, wat heeft geleid tot extra kosten voor Stark. In reconventie vordert Stark een schadevergoeding van € 12.969,39 van Merk Echt, maar Merk Echt betwist deze vordering en stelt dat zij geen tekortkoming heeft begaan.
De kantonrechter oordeelt dat Merk Echt niet tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. De instructies die Merk Echt heeft gegeven waren duidelijk en Stark heeft niet aangetoond dat er sprake was van een tekortkoming aan de zijde van Merk Echt. Daarom wordt de vordering van Merk Echt tot betaling van het openstaande bedrag toegewezen, evenals de contractuele rente. De reconventionele vordering van Stark wordt afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd is. Stark wordt veroordeeld in de proceskosten.