In deze zaak, die voor de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, betreft het een kort geding tussen Klokgroep Bouw B.V. en de Vereniging van Eigenaren (VVE) van een appartementencomplex. Klokgroep Bouw vordert schorsing van de executie van dwangsommen die zijn opgelegd in een eerder arbitrale vonnis van 5 april 2017. De VVE heeft aanspraak gemaakt op deze dwangsommen, omdat Klokgroep Bouw volgens hen niet heeft voldaan aan de herstelverplichtingen die in het vonnis zijn opgelegd. De procedure is gestart met een dagvaarding op 20 februari 2020, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 april 2020. De voorzieningenrechter heeft op 4 mei 2020 vonnis gewezen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Klokgroep Bouw heeft een aannemingsovereenkomst gesloten met de VVE voor de (af)bouw van een appartementencomplex. Na oplevering in 2006 is Klokgroep Bouw bij arbitrage veroordeeld om herstelwerkzaamheden aan de gevelbeplating uit te voeren. De VVE heeft na inspecties geconstateerd dat de herstelwerkzaamheden niet aan de eisen voldeden en heeft aanspraak gemaakt op dwangsommen. Klokgroep Bouw betwist dat er dwangsommen zijn verbeurd, omdat zij meent dat de dwangsommen zijn verjaard.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Klokgroep Bouw niet aan de veroordeling in het arbitrale vonnis heeft voldaan en dat de dwangsommen niet zijn verjaard. De vordering van Klokgroep Bouw tot schorsing van de executie is afgewezen. Klokgroep Bouw is veroordeeld in de proceskosten van de VVE, die zijn begroot op € 1.636,00. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.