Binnen deze kaders schieten de stellingen van Bike040 tekort.
De curator en de Rabobank pretenderen een schadevergoedingsvordering op Bike040 te hebben, omdat Bike040 zonder recht of titel de Mihatra-fietsen, die volgens de curator en de Rabobank eigendom waren van Mihatra en bezwaard waren met een pandrecht van de Rabobank, heeft verkocht aan een derde. Zij betwisten bovendien de door Bike040 gestelde waarde van deze fietsen van € 8.000,-.
De gestelde ondeugdelijkheid van dit vorderingsrecht van de curator en de Rabobank grondt Bike040 in wezen op haar stelling dat de Mihatra-fietsen op het moment dat Bike040 ze aan [naam opkoper] verkocht, niet tot het vermogen van Mihatra behoorden. In die stelling kan de voorzieningenrechter Bike040 vooralsnog echter niet volgen.
Tijdens een eerdere zitting, op 21 mei 2019, verklaart Bike040 dat de fietsen in haar opslag geleverd zijn aan Mihatra en The Bike en dat Bike040 die fietsen voor hen houdt (vgl. het extract uit het audiëntieblad van die zitting dat Vinke c.s. als haar productie 5 in het geding heeft gebracht). Tot deze fietsen behoren ook de Mihatra-fietsen, die door Gebr. Van Eijk in bewaring zijn genomen en die zij later aan Bike040 moest teruggeven. Bike040 suggereert nu echter dat de Mihatra-fietsen die zij van Gebr. Van Eijk heeft teruggekregen, niet de fietsen zijn die Bike040 voor Mihatra in haar magazijn had opgeslagen en die in eerste instantie in bewaring zijn gegeven aan Vacancesoleil B.V. (en later aan Gebr. Van Eijk). Een onderbouwing van deze stelling ontbreekt echter, terwijl van Bike040 mag worden verwacht dat zij die wel geeft. Van de Mihatra-fietsen die Bike040 oorspronkelijk voor Mihatra in opslag hield, zijn immers de framenummers en batterijnummers bekend. De deurwaarder heeft die nummers al genoteerd bij de (eerste) inbeslagname in november 2018 (vgl. hiervoor onder de feiten randnummer 2.5). Bike040 heeft niet, laat staan gemotiveerd, gesteld dat de frame- en batterijnummers van de Mihatra-fietsen die zij van bewaarder Gebr. Van Eijk heeft teruggekregen niet corresponderen met die eerder genoteerde nummers.
Tegen deze achtergrond kan Bike040 vooralsnog ook niet worden gevolgd in haar stelling dat de Mihatra-fietsen niet in het vermogen van Mihatra kunnen vallen, omdat ze zouden zijn verkocht aan derden en vervolgens ingeruild voor The Bike-fietsen. Volgens de eigen stellingen van Bike040 vond deze verkoop immers al plaats in de jaren 2016 en 2017 en de inruil medio 2018. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is hiermee niet te rijmen dat Bike040 op de zitting van 21 mei 2019 verklaart dat zij de fietsen voor Mihatra houdt. Overigens hebben de curator en de Rabobank de gestelde omruil van Mihatra-fietsen voor fietsen van The Bike betwist.
De voorzieningenrechter gaat er daarom voorlopig van uit, dat de Mihatra-fietsen die Bike040 heeft teruggekregen van Gebr. Van Eijk en vervolgens heeft verkocht en afgegeven aan [naam opkoper] , op dat moment nog in eigendom toebehoorden aan Mihatra.
Bike040 heeft daarom niet summierlijk de ondeugdelijkheid van het door de curator en de Rabobank ingeroepen vorderingsrecht aannemelijk gemaakt. Hierin is geen grond gelegen voor opheffing van het beslag.