In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Oost-Brabant, betreft het een herstelvonnis van 14 mei 2020 in een kort geding tussen HIT MKB B.V., HIT ENERGIE B.V. en HIT SPORTS B.V. (hierna: Hit c.s.) en SCHOLT ENERGY CONTROL B.V., SCHOLT ENERGY HOLDING B.V. en SCHOLT ENERGY TRADING B.V. (hierna: Scholt Energy c.s.). De zaak draait om een rectificatie van een eerder vonnis van 6 mei 2020, waarin een kennelijke fout werd vastgesteld in de tekst van de rectificatie. De voorzieningenrechter heeft op verzoek van Scholt Energy c.s. de tekst aangepast, omdat de oorspronkelijke formulering suggereerde dat er een volmacht was voor de digitale ondertekening van een contract door een verkoper van HIT Profit namens een klant.
De voorzieningenrechter heeft Hit c.s. in de gelegenheid gesteld om op het verzoek te reageren. Hit c.s. was van mening dat er geen sprake was van een kennelijke fout en dat de tekst niet aangepast diende te worden. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat de aanhalingstekens in de rectificatie abusievelijk waren weggelaten, wat leidde tot verwarring over de betekenis van de zin. De rechter heeft het verzoek tot verbetering dan ook toegewezen.
In de beslissing is bepaald dat de tekst van het vonnis van 6 mei 2020 wordt gewijzigd, zodat de rectificatie nu correct is weergegeven. Tevens is gelast dat partijen de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis aan de griffie van de rechtbank dienen te retourneren. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E. Loesberg op 14 mei 2020.