ECLI:NL:RBOBR:2020:3359

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
3 juli 2020
Publicatiedatum
3 juli 2020
Zaaknummer
C/01/355221 / KG ZA 20-64
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis in kort geding tussen diverse stichtingen en verenigingen over activiteitenverbod

Op 3 juli 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een herstelvonnis gewezen in een kort geding tussen verschillende stichtingen en verenigingen. De zaak betreft een verzoek tot verbetering van een eerder vonnis van 26 mei 2020, ingediend door Kansplus en andere eiseressen. In hun verzoek vroegen zij om correctie van het dictum met betrekking tot de vorderingen 3 en 4. De voorzieningenrechter heeft de gedaagden, waaronder Stichting Club Sam Nuenen en Stichting De Brusjesclub Nuenen, in de gelegenheid gesteld om op het verzoek te reageren. De advocaat van de gedaagden, mr. P.A.M. van Hoef, heeft geen bezwaar gemaakt tegen de inwilliging van het verzoek voor vorderingen 7.1. en 7.4., maar heeft bezwaar gemaakt tegen de inwilliging van het verzoek ten aanzien van vordering 3.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een kennelijke fout was in het dictum van het eerdere vonnis, met name in de punten 7.1. en 7.4., die eenvoudig te herstellen was. Het verzoek tot verbetering is toegewezen voor de punten 7.1. en 7.4., maar het verzoek met betrekking tot vordering 3 is afgewezen. De voorzieningenrechter heeft de wijzigingen in het dictum van het eerdere vonnis vastgelegd en gelast dat de partijen de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis aan de griffie retourneren. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken door mr. E. Loesberg op 3 juli 2020.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/355221 / KG ZA 20-64
Herstelvonnis van 3 juli 2020
in de zaak van
1. de vereniging
KANSPLUS,
gevestigd te Utrecht,
2. de vereniging
PHILADELPHIA-SIEN, PROTESTANTS CHRISTELIJKE VERENIGING VOOR MENSEN MET EEN VERSTANDELIJKE HANDICAP, HUN OUDERS,
FAMILIE EN VRIENDEN, h.o.d.n. SIEN,
gevestigd te Nijkerk,
3. de stichting
RECREATIECENTRA VOOR GEESTELIJK GEHANDICAPTEN,
h.o.d.n. STICHTING HET STRUIKSKE
gevestigd te Eindhoven,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaat mr. H.A.E. van Soest te Zoetermeer,
tegen
1.
[gedaagde],
h.o.d.n. [handelsnaam] , [handelsnaam] en [handelsnaam]
wonende te [woonplaats] ,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
2.
TIKKIE ANDERS ZORGKANTOOR B.V.,
gevestigd te Venray,
3. de stichting
STICHTING CLUB SAM NUENEN,
gevestigd te Nuenen,
4. de stichting
STICHTING DE BRUSJESCLUB NUENEN,
gevestigd te Nuenen,
5. de stichting
STICHTING OP VAKANTIE MET JE VRIENDJES,
gevestigd te Nuenen,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. P.A.M. van Hoef te Venray.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij brief van 27 mei 2020 is namens Kansplus c.s. de voorzieningenrechter verzocht om verbetering van het op 26 mei 2020 in deze zaak gewezen vonnis, voor wat betreft het dictum onder 7.1. en 7.4. en ten aanzien van vordering 3.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft [gedaagden] in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten.
1.3.
Bij e-mail van 17 juni 2020 heeft mr. Van Hoef namens [gedaagden] aan de voorzieningenrechter bericht geen bezwaar tegen inwilliging van het verzoek voor wat betreft 7.1. en 7.4. van het dictum te hebben.
Tegen inwilliging van verzoek ten aanzien van vordering 3 heeft mr. Van Hoef bezwaar gemaakt.

2.De beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat in het vonnis van 26 mei 2020 sprake is van een kennelijke fout in het dictum in 7.1. en 7.4. die zich voor eenvoudig herstel leent. De voorzieningenrechter zal het verzoek dienaangaande dan ook toewijzen als volgt.
2.2.
Met betrekking tot het verzoek ten aanzien van vordering 3 overweegt de voorzieningenrechter als volgt. In r.o. 5.8 van het vonnis is overwogen dat “Vorderingen 3 en 4 zullen worden toegewezen als na te melden”. In het dictum is onder 7.1. beslist op vordering 3. In 7.1. is het [gedaagden] verboden
in naamvan “Club Sam”, “de Brusjesclub” en “vakantie met je vriendjes” activiteiten te verrichten. In zoverre is van een kennelijke fout geen sprake. Dit verzoek wordt derhalve afgewezen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
bepaalt dat nr. 7.1. van het op 26 mei 2020 tussen Kansplus c.s. en [gedaagden] gewezen vonnis, waar staat
“verbiedt [gedaagden] om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis in naam van ‘Club Sam ’, ‘de Brusjesclub’ en ‘Op vakantie met je vriendjes’ activiteiten te verrichten”
wordt gewijzigd in
“verbiedt [gedaagden] na betekening van dit vonnis in naam van ‘Club Sam’, ‘de Brusjesclub’ en ‘Op vakantie met je vriendjes’ activiteiten te verrichten”,
3.2.
bepaalt dat nr. 7.4. van het op 26 mei 2020 tussen Kansplus c.s. en [gedaagden] gewezen vonnis, waar staat
“veroordeelt [gedaagde] om aan Kansplus c.s. een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag dat zij niet (volledig) aan de in 7.3. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet”
wordt gewijzigd in
“veroordeelt [gedaagden] om aan Kansplus c.s. een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag dat zij niet (volledig) aan de in 7.3. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet”
3.3.
bepaalt dat deze verbeteringen onder de vermelding van de datum 3 juli 2020 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 26 mei 2020,
3.4.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 26 mei 2020 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2020.