Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 14 Afroepovereenkomst
a. gedurende de eerste 6 maanden doorbetaling van het ziektegeld tot 100% en
b. gedurende de tweede 6 maanden doorbetaling van het ziektegeld tot 90%.
In het tweede ziektejaar behoudt de werknemer doorbetaling van het ziektegeld tot 85%. Hierbij geldt voor de werknemer de resultaatverplichting dat er sprake is van aantoonbare actieve re-integratie naar redelijkheid en billijkheid.”
3.De vordering en het verweer
In december 2019 heeft VGN alle werknemers, waaronder [eiser] , een aanbod gedaan tot vaststelling van de arbeidsomvang. Op dat aanbod is [eiser] niet ingegaan. Hij kan dan ook geen beroep doen op het rechtsvermoeden ex artikel 7:610b BW en heeft geen recht op loon ex artikel 7:628a lid 8 BW. Daarnaast geldt dat [eiser] is uitgegaan van een onjuiste referteperiode. De periodes 1 tot en met 6, waarin [eiser] niet werkzaam was, dienen ook te worden meegenomen in de berekening. VGN concludeert tot afwijzing van de vorderingen. De proceskosten dienen voor rekening van [eiser] te komen, omdat hij onnodig gebruik heeft gemaakt van het procesrecht.
4.De beoordeling
5.De beslissing
achterstalligebruto vierwekelijkse loon, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 juni 2020 van tot aan de dag van volledige voldoening;