Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 juni 2020 met 5 producties;
- de brief van de zijde van de vrouw met 4 producties;
- de mondelinge behandeling die in verband met de Covid-19 maatregelen op 10 augustus 2020 plaatsvond via een Skype-verbinding.
2.De feiten
De woning is nagenoeg leeg, er bevinden zich nog enkele spullen in de woning en in het schuurtje. O.a. de navolgende spullen zijn aanwezig: een huishoudtrapje, 3 afstandsbedieningen, ontkoppelde camera’s, allen bevindende in de woonkamer/keuken.
3.Het geschil
De man heeft een spoedeisend belang bij zijn vordering omdat de staat van de opgeslagen boedel er niet beter op wordt. De vrouw is veel tijd gegund om de zaken terug te geven. Een bodemprocedure kan en hoeft niet te worden afgewacht.