Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[eiser 1] ,
[eiseres 2], in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [eiser 1] ,
[eiseres 3], in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [eiser 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 augustus 2020 met zes producties
- de bij brief van mr. Janssen van 2 september 2020 nagezonden productie 7
- de conclusie van antwoord tevens incident tot voeging ex artikel 222 jo. 220 lid 2 en 3 Rv. van de zijde van Stichting Woonpartners, met drie producties, bestaande uit meerdere bijlagen
- de mondelinge behandeling die vanwege de maatregelen in verband met Covid-19 op 8 september 2020 plaats vond via een Skype-verbinding
- de pleitnota van [eisers]
2.De feiten
aan [adres 1] te [woonplaats],
vrzr) alsmede contact op te (laten) nemen met bewoners die wonen in de directe omgeving op een afstand van 500 meter ten opzichte van voormelde woonruimte, op straffe van een dwangsom van € 100,- per keer dat [eiser 1] hiermee in strijd handelt tot een maximum van € 5.000,-.’
3.Het geschil
4.De beoordeling
980,00