ECLI:NL:RBOBR:2020:4488

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
16 september 2020
Publicatiedatum
16 september 2020
Zaaknummer
BP RK 20-428
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot machtiging voor inroepen ontruimingsbeding door curator in faillissement

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 16 september 2020 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek van de curator, mr. W.J.B. Berendsen, tot het verkrijgen van verlof voor het inroepen van een ontruimingsbeding. De curator, die optreedt als lasthebber van de Rabobank, heeft de onroerende zaak verkocht aan Multi Work Nederland B.V. op basis van een afspraak met de hypotheekhouders. De onroerende zaak betreft een vrijstaande woning met bijgebouwen, gelegen in [woonplaats].

De procedure begon met een verzoekschrift van 20 juli 2020, gevolgd door een mondelinge behandeling op 7 september 2020. Tijdens deze behandeling zijn de betrokken partijen, waaronder de curator en de hypotheekgevers, verschenen. De curator heeft verzocht om machtiging om het ontruimingsbeding in te roepen, omdat de onroerende zaak verkocht is en ontruiming noodzakelijk is voor de executie.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de curator de onroerende zaak vrij van gebruik en huur dient te leveren en dat de hypotheekgevers geen verweer hebben gevoerd tegen het verzoek, behalve om een langere ontruimingstermijn te vragen. De rechter heeft geoordeeld dat de omstandigheden van de hypotheekgevers onvoldoende zijn om een langere termijn toe te staan, gezien hun faillissement en het niet voldoen van hypotheeklasten. De beschikking houdt in dat de hypotheekgevers de onroerende zaak binnen vier weken na betekening van de beschikking moeten ontruimen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rekestnummer: C/01/361064 / BP RK 20-428
Beschikking van de voorzieningenrechter van 16 september 2020
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MULTI WORK NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Veghel,
verzoekster,
advocaat mr. H.L.J.M. van Grinsven te Tilburg,
2.
mr. W.J.B. BERENDSEN q.q., in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van [A] en [B] ,
wonende te [woonplaats] ,
verweerder,
advocaat mr. R.F. Herculeijns te ‘s-Hertogenbosch,
tegen

1.[hypotheekgever 1] ,

2.
[hypotheekgever 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
hypotheekgevers,
verschenen in persoon.
Partijen worden hierna Multi Work, de curator en [hypotheekgevers] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 20 juli 2020 met 8 producties,
  • het verzoek tot wijziging van de grondslag van het verzoekschrift van 17 augustus 2020
  • de mondelinge behandeling via een skype verbinding op 7 september 2020, waar Multi Work Nederland B.V. is verschenen bij haar bestuurder de heer [C] , bijgestaan door mr. Van Grinsven. Tevens zijn verschenen mr. Berendsen, bijgestaan door mr. Herculeijns, en [A] en [B] .
1.2.
Tenslotte is beschikking bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
Het (gewijzigde) verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van een machtiging voor een beroep op het ontruimingsbeding als bedoeld in art. 3:267 BW, alsmede tot ontruiming van de onroerende zaak (hierna: de onroerende zaak):
“de vrijstaande woning met garage, paardenstallen, ondergrond, tuin en verdere aanhorigheden, staande en gelegen te [woonplaats] aan de [straat] , kadastraal bekend gemeente [plaats] , [nummers] ”.
2.2.
Bij akte van hypotheek van 13 september 2005 is door [hypotheekgevers] ten gunste van de Coöperatieve Rabobank U.A. (hierna: de Rabobank) een recht van eerste hypotheek gevestigd op de onroerende zaak. Bij akte van 31 augustus 2018 hebben [hypotheekgevers] een recht van tweede hypotheek gevestigd op de onroerende zaak ten gunste van Multi Work.
In beide akten is een beheer-, alsmede een ontruimingsbeding opgenomen.
2.3.
De curator heeft de onroerende zaak met toestemming van de rechter commissaris in het faillissement van [A] van 29 juni 2020, op basis van een afspraak met de Rabobank als eerste hypotheekhouder en Multi Work als tweede hypotheekhouder, onderhands verkocht aan de tweede hypotheekhouder, Multi Work voor een bedrag van € 550.000,00. Multi Work zal, als onderdeel van de afspraak, een bedrag van € 90.000,00 van de schuld van [hypotheekgevers] aan haar kwijtschelden. Nu de curator de onroerende zaak verkoopt op basis van een afspraak met de hypotheekhouders kan de curator, als lasthebber van de Rabobank, het ontruimingsbeding inroepen en de rechten van de Rabobank op grond van het hypotheekrecht uitoefenen.
2.4.
Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van een machtiging tot het onder zich nemen c.q. ontruimen van de onroerende zaak. Ingevolge artikel 3:267 lid 2 BW kan in de hypotheekakte worden bedongen dat de hypotheekhouder bevoegd is de aan de hypotheek onderworpen zaak onder zich te nemen, indien zulks met het oog op de executie vereist is en de voorzieningenrechter hiervoor machtiging verleent.
2.5.
In dat verband overweegt de voorzieningenrechter dat de curator de onroerende zaak heeft verkocht aan de tweede hypotheekhouder en niet is weersproken dat hij de onroerende zaak vrij van gebruik en huur dient te leveren. Daarmee is voldoende aannemelijk dat ontruiming van de onroerende zaak met het oog op de executie is vereist. [hypotheekgevers] hebben tegen het verzoek, anders dan dat hen een ruime ontruimingstermijn moet worden gegund, ook geen verweer gevoerd. Op grond van artikel 3:267 lid 3 BW zullen de hypotheekgevers daarom tot ontruiming worden veroordeeld. Het verzoek tot machtiging om het onderpand onder zich te nemen zal derhalve worden toegewezen.
2.6.
De ontruimingstermijn zal worden bepaald op vier weken. [hypotheekgevers] hebben ter zitting aangevoerd dat hen enige tijd moet worden gegund om alternatieve woonruimte te vinden voor hun gezin met drie kinderen en om de woning weer in de oude staat te herstellen. De schoonmoeder van [hypotheekgever 1] woont nog in de onroerende zaak, voor wie een gedeelte van de onroerende zaak is aangepast als aanleunwoning. Zij is bovendien in het bezit van een aantal paarden die elders moeten worden ondergebracht.
2.7.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zijn deze omstandigheden onvoldoende om een langere ontruimingstermijn als hiervoor bepaald toe te staan. [hypotheekgevers] zijn op 19 november 2019 in staat van faillissement verklaard en vanaf dat moment wisten zij al dat zij de woning zouden moeten verlaten. De hypotheeklasten worden bovendien al een geruime periode niet voldaan, zodat de curator belang heeft bij een ontruiming binnen afzienbare termijn.
2.8.
Omdat de curator de onroerende zaak aan Multi Work heeft verkocht, zal het verzoek van de curator worden toegewezen. Omdat Multi Work geen executant is, zal haar verzoek worden afgewezen. Voor het toekennen van een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
machtigt de curator om onder zich te nemen:
“de vrijstaande woning met garage, paardenstallen, ondergrond, tuin en verdere aanhorigheden, staande en gelegen te [woonplaats] aan de [straat] , kadastraal bekend gemeente [plaats] , [nummers] ”,
3.2.
veroordeelt hypotheekgevers de onroerende zaak binnen vier weken na betekening van deze beschikking te ontruimen met afgifte van de sleutels aan verzoeksters,
3.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst af hetgeen anders of meer verzocht is.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2020