In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 oktober 2020 uitspraak gedaan over een verzoek van [verzoeker] tot vernietiging van de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst door Fevents Personeelsprojecten B.V. [verzoeker] had primair verzocht om de opzegging, die op 11 juni 2020 en bevestigd op 17 juni 2020 was gedaan, te vernietigen. Hij stelde dat er geen rechtsgeldige opzegging had plaatsgevonden, omdat hij nooit had ingestemd met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en Fevents geen toestemming van het UWV had verkregen. Subsidiair verzocht hij om een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding.
Fevents voerde aan dat de opzegging noodzakelijk was vanwege de coronamaatregelen, die hun bedrijfsvoering ernstig hadden beïnvloed. De kantonrechter oordeelde echter dat de opzegging niet rechtsgeldig was, omdat Fevents niet had aangetoond dat er een dringende reden voor ontslag was en geen ontslagvergunning was verkregen. De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoeker] om de opzegging te vernietigen toegewezen en verklaard dat de arbeidsovereenkomst in stand blijft.
Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat [verzoeker] recht heeft op doorbetaling van loon, waarbij de referteperiode voor de berekening van het loon werd vastgesteld op het gemiddelde van het jaar 2019. Fevents werd veroordeeld tot betaling van € 748,31 bruto per vier weken, te vermeerderen met wettelijke rente en verhoging. De proceskosten werden ook aan Fevents opgelegd, omdat zij ongelijk kreeg in deze procedure.